m. (inspecteurs-generaal), algemeen inspecteur; m.n. militair adviseur van de minister van Defensie, die, in het algemeen, bevoegd is de minister gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle zaken betreffende de organisatie en materieelaangelegenheden van de krijgsmachtdelen) (e); in België rang bij een openbaar bestuur beneden die van directeur-generaal.
(e) De inspecteur-generaal is rechtstreeks geplaatst onder de minister. In Nederland is de functie gecreëerd (1945) voor, en tot 1976 uitgeoefend door prins Bernhard der Nederlanden, in de rang van generaal. Als opvolger werd benoemd luitenant-generaal der cavalerie W.H.de Savornin Lohman. Bij zijn benoeming werd besloten de inhoud van de functie nader te bezien in het licht van de voorgenomen invoering van het instituut van een onafhankelijke ombudsman en de aanstelling van een substituut voor krijgsmachtaangelegenheden.
In België is er een inspecteur-generaal, meestal met de rang van generaal, voor elk groot onderdeel van de krijgsmacht.