in het Belg. recht een verbintenis met een soort onvolmaakte hoofdelijkheid, d.w.z. dat de hoofdzakelijke gevolgen van de hoofdelijkheid behouden worden, m.n. dat ieder medeschuldenaar gehouden is tot het geheel, en dat de betaling verricht door een van de medeschuldenaren de verbintenis tot betaling van de anderen te niet doet gaan, terwijl daarentegen de secundaire gevolgen van de hoofdelijkheid uitgeschakeld worden, b.v. het feit dat de verjaring door de schuldeiser gestuit ten aanzien van een van de hoofdelijke medeschuldenaren gestuit wordt ten aanzien van al deze schuldenaren. De Belg. rechtspraak neemt derhalve aan dat, indien de schade is veroorzaakt door de onrechtmatige daad van twee of meer personen, ieder van hen, behoudens zijn verhaal op de anderen, jegens de benadeelde of het slachtoffer tot vergoeding van de gehele schade gehouden is, met dien verstande dat de benadeelde de schade slechts eenmaal vergoed krijgt.
Deze regel geldt evenzeer wanneer de aansprakelijkheid van een of meer aansprakelijke personen een andere rechtsgrond heeft, o.m. inzake contractuele verplichtingen.