[→Laatlat. impraegnare,bezwangeren] (impregneerde, heeft geïmpregneerd), het doen doordringen of indringen van vloeibare, opgeloste of geëmulgeerde stoffen in poreus materiaal (b.v. garens, weefsels, papier).
(e) Lucifers worden geïmpregneerd met paraffine om het vlamvatten van het hout te vergemakkelijken. Impregneren van textiel weef seis heeft veelal de betekenis van geïmpregneerd met caoutchouc of met waterafstotende stoffen (b.v. siliconen), dan wel met waterglas, waardoor zij brandvrij worden. Het impregneren van hout geschiedt om het te →verduurzamen.