1. (Grieks) afk. van Jezus, nl. de eerste drie letters van de Griekse vorm van dat woord;
2. (Lat.) afk. van: Iesus hominum salvator, Jezus, de heiland der mensen; in hoe salus, hierin (ligt) het heil; in hoc signo (vinces), in dit teken (zult gij overwinnen).