m., (middeleeuwse litt.) een geheimzinnig, heilig voorwerp dat bij de aanblik aards en hemels geluk verleent.
(e) De graalsage (-legende) is het verhaal van genoemd voorwerp, dat zich in een geheimzinnige, bijna onbereikbare burcht bevindt, en van een ridder (Perceval) aan wie de aanblik vergund wordt, maar die blijkbaar een fout maakt en te kort schiet. Dit verhaal duikt, in allerlei versies reeds, in de tweede helft van de 12e eeuw op in de Westeuropese litteratuur, maar is dan al zozeer met vreemde elementen en met de tafelrondesagen verweven, dat de oorspronkelijke vorm en de herkomst onduidelijk zijn. Sommigen zien in de oorsprong van de graal een mislukte initiatie (rituele theorie), anderen een christelijk verhaal over relikwieën en een oosterse liturgie (christelijke herkomsttheorie), nog anderen een oorsprong in de Keltische mythologie (Keltische theorie). De oudst achterhaalde tekst is die van →Chrétien de Troyes. Bij de minutieuze tekstanalyse die men toepaste bleek o.a. dat het woord ‘graal’ in de 12e13e-eeuwse teksten een vrij ongewone, maar toch bevestigde benaming was voor een grote schaal of schotel waarop spijzen aangeboden werden. Vast staat dat het voorwerp pas later uit de heidens-mystieke sfeer in de christelijk-religieuze is overgegaan.
De overgang vindt men bij Robert de Boron, Le roman de l’estoire dou Graal (ca.1200), die het voorwerp vereenzelvigde met vaatwerk van het laatste avondmaal van Jezus, waarin Jozef van Arimathea bij het kruis diens bloed opving. De religieuze lijn van het graalthema loopt uit op de Franse prozaroman La queste del Saint Graal (ca. 1220).
In de Duitse litteratuur verschijnt de sage het eerst bij →Wolfram von Eschenbach in de graalroman Parzival (ca. 1210). Bij Wolfram is de graal een edelsteen met bijzondere kracht, bewaard in de tempelvormige burcht op Mont-Salvat. Hij kan slechts door een uitverkorene gevonden worden. De graal wordt bewaakt door een ridderorde onder een graalkoning. Ook in Duitsland volgde een hele reeks graalromans op die van Wolfram. Ook in de Middelned. litteratuur speelt het graalthema een rol, in o.a.
Historie van den Grale, door J.van Maerlant. [prof.dr.A.E.M.Draak] litt. A.C.L.Brown, The origin of the grail legend (1945); Bull. de la Soc. Int. Arthurienne (1948 vlg.); B.Mergell, Der Gral in Wolframs Parzival (1952); L.Pollmann, Chrétien de Troyes und der Conté del Graal (1965); F.Bogdanow, The romance of the grail (1966).