Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geitebaard

betekenis & definitie

m. (-en),

1. de baard van een geit;
2. baard als die van een geit; (metonymisch) man die zo’n baard draagt;
3. (plantkunde) ben. van de moerasspiraea, een plant met witte, puntige bloemtrossen, waarin men een gelijkenis met de baard van een geit zag; ook ben. voor de hier soms gekweekte en een paar malen verwilderd voorkomende Zuideuropese plant Aruncus silvester.

< >