Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Gehinnom

betekenis & definitie

[Hebr., ge, dal, (bene)Hinnom, van de zonen van Hinnom; Aramees: gehinnam, Gr.: gehenna], oorspronkelijk in het OT het Hinnom ten zuiden en zuidwesten van Jeruzalem, waar de weg naar Bethlehem doorheen liep. Wie Hinnom of zijn zonen waren is onbekend, maar in het dal bevond zich een offerplaats, waar tijdens de regering van ➝Achaz en van ➝Manasse (2 Kron.28,3;33,6) in de 8e en 7e eeuw v.C. kinderoffers voor de god ➝Moloch plaatsvonden.

Vandaar dat Josia dit dal officieel vervloekte, en de naam van het dal bij de joden gelijkwaardig werd aan de plaats ‘waar de goddelozen na hun dood gepijnigd worden’. In de vroegste tijden kenden de joden geen Gehinnom (hel) met zulk een instelling, maar slechts een onderwereld (t➝sjeool), waar goeden en kwaden na hun dood te zamen kwamen. Het NT gebruikt Gehinnom voor strafplaats na de dood, en Hades voor de plaats der overige doden.litt. E.Mader, Die Menschenopfer der alten Hebraer und der benachbarten Völker (1909); K. Dronkert, Het mensenoffer in de oudtestam. wereld (1955).

< >