Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geelgors

betekenis & definitie

v./m. (-zen), (ook: gerstkneu), de in Europa meest gewone soort van gors, een zangvogel, om haar gele kleur aldus geheten.

(e) De geelgors, Emberiza citrinella, behoort tot de familie ➝-gorzen. Het mannetje heeft een gele kop, hals en onderzijde; de stuit is roestkleurig. Hij komt voor in Noorden Midden-Europa en Siberië. In Nederland en België een talrijke standen zwerfvogel. Hij nestelt laag boven de grond en in bouwland, in struikgewas en gras. Hij leeft van zaden, ’s zomers ook van insekten.

De zang is zeer karakteristiek: vier korte en een lange (lagere) toon.

LITT. H.Hasse, Die Goldammer (1963).

< >