[Fr.fouiller, doorzoeken] (fouilleerde, heeft gefouilleerd), (overg.) iemands zakken en kleren doorzoeken, hem aan den lijve onderzoeken om te zien of hij verboden of vermiste zaken bij zich heeft.
In het Ned. WStr (art. 56 en 159) wordt nauwkeurig omschreven in welke gevallen de politie, de officier van justitie en de rechters-commissarissen tot fouilleren gerechtigd zijn.
In België is de politie gerechtigd tot het fouilleren van kleding wanneer er redenen toe bestaan (administratieve maatregel). Fouilleren aan den lijve is alleen na machtiging van de bevoegde rechter toegestaan, uitgezonderd bij betrapping op heterdaad (art. 25 wet 20.4.1874). Door de wet van 6.8.1973 tot wijziging van de wet van 27.6.1937 betreffende de regeling van de luchtvaart is thans het fouilleren van passagiers van vliegtuigen door inspecteurs van de luchtvaartpolitie of door officieren van gerechtelijke politie wettelijk geregeld. De passagier die, zonder wettige redenen, zich tegen fouillering verzet of er niet in toestemt, wordt het instappen ontzegd.
