[Fr. dunne draad], m./o. (-s),
1. netwerk bestaande uit geknoopte mazen, open kant ;
2. dun uitgesneden reep vlees of vis zonder bot of graat: — van tong;
3. mals stuk vlees zonder been, lendestuk: de boeuf, ossehaas; filet-steak, haasbiefstuk; — américain, rundergehakt; (gew.) — d’Anvers, rookvlees;
4. (-ten), (ook: fileet) bies; lijnornament b.v. op zilverwerk, op porselein, als scheiding van hoofdstukken, kolommen, op de rug van een boekband, dik in het midden en aan de einden dun;
5. smalle groef langs de rand als ornament op zilverwerk.
Filet wordt met de hand vervaardigd met behulp van een knoopnaald en een knoopbeentje, dat de grootte van de maas bepaalt. Machinaal vervaardigd filet komt voor. De filetknoopsteek is steeds dezelfde en men werkt in toeren onder elkaar, heen en weer of spiraalsgewijs. Dit maaswerk kan in motief doorgestopt worden. Het doorstoppen geschiedt met wol, met coton perlé, zijde of ander enigszins dik en vlossig materiaal. Onderscheiden worden Egyptisch filet, een soort van voorloper van de kloskant, het fijnmazige Perzische filet met rijke decoratie in goud en zilver, het Venetiaanse filet dat in de vormen van het netwerk varieert.