Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

faciës

betekenis & definitie

[Lat., gezicht], v./m.,

1. (geologie) term voor de som van waarneembare eigenschappen van een gesteente, waaruit het milieu blijkt waarin het gesteente gevormd is;
2. (plantkunde) stadium of ontwikkeling van een plantengemeenschap (associatie) waarbij een of meer plantesoorten sterk overheersen en het uitzicht van de vegetatie bepalen, b.v. brandnetelfaciës in een elzenbroekbos.

In sedimentaire gesteenten wordt de faciës bepaald door de minerale samenstelling, de korrelgrootte, de fossielinhoud, de aard van de gelaagdheid, enz. Wanneer de nadruk ligt op de aard van het gesteente spreekt men van lithofaciës, Iet men op de fossielen, dan spreekt men van biofaciës. Veelal wordt de naam van het uit de waarnemingen afgeleide milieu toegevoegd: o.a. mariene faciës, continentale (terrestrische, fluviatiele, lacustrine) faciës, glaciale faciës, eolische faciës. Bepaalde faciëstypen zijn gunstig voor het bevatten van economisch aantrekkelijke delfstoffen (m.n. aardolie). Worden de faciëstypen in kaart gebracht met de uitbreiding, de veranderingen in dikte en de relatie tot het huidige aardoppervlak dan is het mogelijk te voorspellen waar de grootste kans is om een bepaalde delfstof te vinden.

< >