Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Eskimo

betekenis & definitie

m. (-’s), bewoner van de arctische zone van Groenland tot de Beringstraat.

Eskimo is een scheldwoord van Indiaanse oorsprong, dat rauwvleeseter betekent. Zelf noemen zij zich Inuit. Hun aantal bedraagt ca. 85000. Zij hebben één cultuur en één taal, het Inutsut, wel met lokale dialecten (Eskimo-Aleoetisch). Zij verschillen van de Indianen in taalkundig en cultureel opzicht. In Alaska is vermenging opgetreden tussen Indianen en Eskimo’s.

Traditioneel waren de Eskimo’s een nomadiserend jagersvolk, dat ca. 5000 jaar geleden vanuit Siberië Noord-Amerika binnentrok. Hun belangrijkste prooidieren waren zeezoogdieren, ijsbeer en kariboe. In de zomer werd gevist en werden bessen en planten verzameld en in zeehondevet geconserveerd. Belangrijke cultuurelementen waren kajak, oemiak, iglo, traanlamp waarin zeehondevet voor verlichting en verwarming werd gebruikt, huidenkleding, huidentent, hondeslee. In sommige gebieden zijn de meeste van deze cultuurelementen nog aanwezig, wel aangevuld met vuurwapens, buitenboordmotoren, houten boten en houten huizen. Er bestaat verscheidenheid in economisch opzicht, wat zich weerspiegelt in nederzettingspatronen en sociale organisatie.

Zo woonden vele Canadese Inuit in de zomer aan de kust voor de jacht op zeezoogdieren en gingen zij in de winter landinwaarts achter de kariboe aan. De sociale organisatie is eenvoudig: stammen en een gemeenschapsgezag kende men niet: persoonlijk eigendom was beperkt tot de voorwerpen die men werkelijk gebruikte, rangen en standen ontbraken, hoewel grote jagers veel aanzien genoten. De huwelijksband was los en kon gemakkelijk beëindigd worden. Oude gebrekkige mensen werden soms gedood in periodes van schaarste. Onderlinge vetes konden worden beslecht met wapens, maar ook met een zangduel, waarbij twee mensen beurtelings probeerden de ander met geïmproviseerde gezangen belachelijk te maken; de zangers begeleidden zich daarbij op een platte trom. De religie was in sterke mate bepaald door taboes.

De godin van de zee, Sedna, heerste over de zeehonden. De sjamaan bemiddelde tussen mensen en Sedna, in perioden van honger reisde hij naar Sedna om haar te vragen de zeehonden weer los te laten. Hij trad ook op als medicijnman. De Inuit (behalve in Siberië) zijn thans christen (luthers, anglicaans of rooms-katholiek) . Het contact met de blanken is na de Tweede Wereldoorlog sterk toegenomen, maar vertoont duidelijke lokale verschillen. Op Groenland bevorderde de Deense overheid gezondheidszorg, onderwijs en economie en voerde een bestuurssysteem in waarbij de Groenlanders mee konden beslissen; Groenland werd deel van Denemarken. Aan de westkust is de visserij op kabeljauw en garnalen erg belangrijk geworden.

De Inuit van Canada en Alaska hebben ten gevolge van het contact met de blanken veel te lijden gehad van besmettelijke ziekten en de gevolgen van alcohol. Zij gingen met behulp van klemmen over tot de jacht op poolvossen, maar de enorme prijsfluctuaties maakten hen sterk afhankelijk van de geldeconomie. De introductie van geweren leidde tot de afslachting van de kariboe.

In Alaska en Canada wordt in de scholen in het Engels les gegeven, op Groenland ook in het Groenlands. Er zijn pogingen gedaan de Inuit van jagers tot veehouders te maken door de invoer van rendieren uit Europa. Tegenwoordig werken vele tijdelijk of permanent voor de blanken.

In 1971 werd in Canada een vereniging opgericht met doel alle Inuit van Canada in een broederschap te verenigen, hun taal en cultuur te behouden, en hen te wijzen op de rechten, verbonden aan het Canadese staatsburgerschap. . Litt. K. Birket-Smith, The Eskimo (1936); N.J. Gubser, The Nuniamut Eskimos, hunters of caribou (1965); J.I. Honigmann en I. Honigmann, Eskimo townsmen (1965).

< >