Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie S
- Schalmei
- Schalmen (afsnijden)
- Schalmen (zeevaart)
- Schalsum
- schalt
- schalter
- Schaltin
- Schamel, (gering)
- Schamel, (onderstel)
- Schamelheid
- Schamen, zich
- Schampen
- Schamper
- Schamperen
- Schamperheid
- Schamppaal
- Schampschot
- Schandaal
- Schandaalpers
- schandaleus
- Schandalig
- Schandaliseren
- Schandbord
- Schanddaad
- Schande
- Schandelijk
- Schandelijkheid
- Schandhout
- Schandjongen
- Schandkleed
- Schandknaap
- Schandmerk
- Schandmerken
- Schandorph
- Schandpaal
- Schandteken
- Schandvlek
- Schans
- Schanskorf
- Schap (kast)
- Schap (soortnaam)
- Schapeboter
- Schapebout
- Schapedriff
- Schapegras
- Schapehorzel
- Schapekaas
- Schapekannetje
- Schapeleder (schapeleer)
- schapelier
- Schapeluis
- Schapeluisvlieg
- Schapemelk
- Schapendoder
- Schapendoes
- Schapenmoeheid
- Schapenscheerder
- Schaper (edzard hellmuth)
- Schaper (johan hendrik andries)
- Schaper (johann)
- Schaper (scheper)
- Schaperas
- Schaperglas
- Schapesmeer
- Schapetalk
- Schapeteek
- Schapevacht (schaapsvacht)
- Schapevet
- Schapewolken
- Schapezuring
- Schappelijk
- Schar
- Schardijn
- schare
- Scharen
- Scharenlichter
- Scharensliep (schaarsliep)
- Scharenslijper
- Schärf
- Scharlaken
- Scharlakenrood
- Scharlakens
- Scharlei (scherlei)
- Scharmer
- Scharminkel
- Scharnhorst
- Scharnier
- Scharnierbeugel
- Scharnierend
- Scharniergewricht
- Scharnierlening
- Scharnierpunt
- Scharoff
- Scharoun
- Scharpé
- Scharrebier
- scharrebijter
- Scharrel
- Scharrelaar
- Scharrelaarachtigen
