Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie K
- kampong
- kamprechter
- kampvechter
- kampvuur
- kampwinkel
- kamrad
- kamsalamander
- kamschelp
- kamstaaf
- kamtandhaai
- kamtandhaaivormigen
- Kamtsjadalen
- Kamtsjatka
- kamvaren
- kamvormig
- kamwol
- KAN
- kan , herberg
- Kan—tsoe
- Kan, Adam Hubert Marie Jopseph van
- Kan, Chinees dialect
- Kan, Cornelius Marius
- kan, oosterse titel
- kan, vaatwerk
- Kan, Willem Cornelis (Wim)
- Kana
- kanaal
- Kanaal Eilanden (Eng.: Channel Islands)
- Kanaal, Het
- kanaalbrug
- kanaalgeld
- kanaalharing
- kanaalkiezer
- kanaalpand
- kanaalpeil
- kanaalstralen
- Kanaaltunnel
- Kanaalzone
- Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen
- Kanaän
- Kanaäniet
- Kanaänitisch
- Kanaänitische talen
- kanalenkiezer
- kanalisatie (kanalizatie)
- kanaliseren (kanalizeren)
- kanalje
- kanamycine
- Kananga
- kanangaolie (canangaolie)
- kanapee
- Kanarees
- kanarie
- kanariegras
- kanariekers
- kanariezaad
- Kanaris
- kanaster
- Kanazawa
- Kandahar
- kandeel
- kandelaar
- kandelaartje
- kandelaber (candelaber)
- kandelaberen
- kandelaberzuil
- kandelaren
- Kandertal
- kandidaat (candidaat)
- kandidaat-arts
- kandidaat-notaris
- kandidaats
- kandidaatsexamen
- kandidaatstelling
- kandidatenlijst
- kandidatentoernooi
- kandidatuur (candidatuur)
- kandideren (candideren)
- kandij
- Kandinsky
- Kändler
- kandsjoer (kanjur)
- Kandy
- Kanea (Kania, Chania)
- kaneel
- kaneelaldehyde
- kaneelappel
- kaneelboom
- kaneelolie
- kaneelsteen
- kaneelstokje
- kaneelzuur
- kanefas
- kaneforai
- Kanegem
- Kanemloe
- kanenbrader (kanenbraaier)
- Kanesj
- Kang Joe-wei
- Kang-si
