[Fr.]
I. bn. en bw. (-tieve, -tiever, -tiefst),
1. werkelijk, wezenlijk: effectieve dienst; in de effectieve graad overgaan, niet langer titulair zijn ; effectieve handel, waarbij werkelijk geleverd wordt (tegenover termijnhandel); effectieve vraag, de maatschappelijke vraag naar goederen en diensten;
2. effect hebbend; doeltreffend: een effectieve maatregel; dat is niet effectief; effectief vermogen, het nuttige vermogen dat een werktuig leveren kan;
II. zn., o., werkelijk aanwezige hoeveelheid (b.v. van geld, van dienstdoende manschappen): het van een leger, de aanwezige sterkte.
Een militair krijgt aanvankelijk een titulaire rang en wordt eerst enige tijd daarna (bij gebleken geschiktheid) in die rang geëffectueerd. In België is een andere terminologie gebruikelijk: men wordt eerst aangesteld, daarna benoemd in een rang.