Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Effectenclearing

betekenis & definitie

v./m., vereenvoudigd systeem van centrale levering van effecten, waardoor de bezwaren (zoals renteverlies, transportkosten, risico), verbonden aan de veelvuldig voorkomende, noodzakelijke doorlevering met vaak vele tussenschakels, vermeden worden.

Op 1.12.1961 werd in Nederland de Effectenclearing NV (nu BV) opgericht (een 100 %-dochter van de Vereniging voor de Effectenhandel) door de Vereniging voor de Effectenhandel en de Ned. Bankiers vereniging. Het is een computercentrum dat ten dienste staat van banken effectenbedrijf en een collectieve centrale afwikkeling verzorgt van het effectenverkeer. Het voordeel is dat voor iedere deelnemer een volledige compensatie van te leveren en te ontvangen fondsen, uiteraard per fondsensoort, kan plaatsvinden, waarna een saldopositie overblijft ten opzichte van de effectenclearing. Een bij de effectenclearing aangeslotene kan de per saldo te leveren fondsen leveren aan de effectenclearing, die deze dan op haar beurt weer levert aan deelnemers, die per saldo fondsen te ontvangen hebben en levering wensen.

In België werden op de beurs van Brussel, teneinde manipulaties van effecten e.d. zoveel mogelijk te beperken, de Compensatiekas voor verhandelingen op de contantmarkt en de Verrekenkas van de Termijnverhandelingen opgericht. Door de oprichting van de Interprofessionele Effectendepositoen Girokas Nv (C I K) wordt getracht de materiële verhandeling van effecten geleidelijk verder uit te schakelen. Een internationale effectenclearing werd nodig toen de euro-emissies toenamen en m.n. clearing van eurobonds noodzakelijk werd. De eerste dergelijke clearing, Euro-Clear, werd in 1968 te Londen opgericht. In 1970 werd een concurrerend systeem CEDEL (zie Centrale de Livraison pour Euro-obligations-CEDEL) te Luxemburg opgericht.

LITT. W.R.T.I.M.van der Does de Willebois, Het Ned. alg. bankwezen (2 dln. 1974); B.de Smalen, Effectenbeurs, effectenbedrijf en effectenverkeer (1975).

< >