Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Econometrie

betekenis & definitie

[Gr. oikos, huis, nomos, wet, metron, maat], v., onderdeel van de economie dat zich bezighoudt met het verwerven van kwantitatief inzicht in de economische samenhangen aan de hand van beschikbare gegevens.

De econometrie is vooral in de jaren dertig opgekomen onder impuls van o.a. R.Frisch en J. Tinbergen; later hebben o.a. T.Haavelmo, T.C. Koopmans en H.Theil belangrijk aan de ontwikkeling ervan bijgedragen. Alvorens men tot kwantificering over kan gaan, moet men de te onderzoeken economische samenhang beschrijven in een vorm die zich voor kwantificering leent.

Daartoe wordt een economisch model opgezet voor deze samenhang, gebaseerd op de economische theorie, die uit één of meer vergelijkingen kan bestaan. Vaak moeten aan zo’n model uit de economische theorie additionele veronderstellingen worden toegevoegd in verband met het beschikbare statistische cijfermateriaal en de voorhanden econometrische methoden of in verband met het feit, dat in de werkelijkheid aan de in de economische theorie veelvuldig gehanteerde ceteris-paribus-clausule (d.i. het voorbehoud, dat de overige omstandigheden gelijk blijven) nooit voldaan is. Theoretisch wordt b.v. de omvang van de consumptie (C) van een gezin bepaald door het beschikbare inkomen (Y) en het vermogen (W) van dat gezin; in werkelijkheid zal C echter ook toevallige schommelingen te zien geven, die samenhangen met onbekende of niet te meten factoren. De econometrie spreekt in dit verband van een storingsterm (u) en introduceert een veronderstelling ten aanzien van de waarschijnlijkheidsverdeling van deze storingsterm. In de vorm van een model van één (lineaire) vergelijking kan het voorgaande aldus beschreven worden: C = aY + bW + u. Heeft men statistische waarnemingen voor de relevante variabelen (in ons voorbeeld C, Y en W), dan kunnen met behulp van econometrische methoden de coëfficiënten (a en b) van het model geschat worden en kan inzicht gegeven worden in de mate van betrouwbaarheid van de schatting van de coëfficiënten.

De in de econometrie ontwikkelde en toegepaste methoden zijn in belangrijke mate gebaseerd op en ontleend aan de mathematische statistiek. Een voorbeeld van een dergelijke methode is de kleinste kwadratenmethode. De toe te passen methode hangt af van het onderzochte model.

Door middel van de econometrie kan worden nagegaan in hoeverre een bepaalde economische theorie een redelijke beschrijving van de werkelijkheid geeft. Doordat zij de samenhangen kwantificeert, kan men voorspellingen doen voor het verloop van economische variabelen, terwijl tevens het effect van bepaalde beleidsmaatregelen berekend kan worden. Bij het Ned. economische beleid spelen in dit verband de econometrische modellen van het Centraal Planbureau, die in een groot aantal vergelijkingen een beschrijving van de Ned. economie als geheel geven, een grote rol.

In België werkte het Planbureau met het model RENA (RE voor regionaal en NA voor nationaal) voor het bestuderen van de verschillende varianten van het Belg. Plan 1976—80.

LITT. J.S.Cramer, Empirical econometrics (1969); H.Theil, Principles of econometrics (1971); H. Goris, Inl. in de econometrie (1972); F.Thys-Clement, P.van Rompuy en L.de Corel, RENA een econom. model voor het Plan 1976-1980 (1973); Y. Langaskens, Introd. a l’économétrie (1975).

< >