Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dwerggroei

betekenis & definitie

m., groei waarbij een volwassen individu in grootte duidelijk beneden het gemiddelde blijft van de groep waartoe hij behoort.

DIERENHOUDERIJ

Dwerggroei kan optreden ten gevolge van een mutatie, soms is door selectie en kruising een dwergras ontstaan, b.v. dwerggeiten, dwergkonijnen, dwergvarkens. Het voordeel van dergelijke dieren is dat zij goedkoper te houden zijn: zij vragen minder ruimte en minder voer en zij zijn in het algemeen eenvoudiger te verzorgen. Door onvolledige rantsoenen ontstaan soms ook dwergvormen. Dit kan b.v. sporenelementen betreffen die in het voedsel in te geringe mate voorkomen. Nakomelingen van dergelijke dieren, gehouden onder normale omstandigheden, zullen in het algemeen weer de normale afmetingen gaan vertonen, omdat veranderingen die veroorzaakt zijn door het milieu, niet erfelijk zijn. Voor dwerghonden: zie dwerghonderas.

GENEESKUNDE. In Nederland en België noemt men iemand een dwerg indien hij als volwassene de lengte van 150 cm niet bereikt.

Is de gemiddelde lengte van alle mannen van een bepaalde groep mensen beneden 150 cm dan spreekt men van een dwergvolk. Bij geproportioneerde dwerggroei blijven hoofd, romp en ledematen in dezelfde verhouding in groei achter; bij gedisproportioneerde dwerggroei blijft de groei van de lichaamsdelen in uiteenlopende mate achter.

Voor normale groei zijn bepaalde bestanddelen in de voeding nodig (zie essentiële aminozuren, zie essentiële vetzuren, zie vitaminen); ontbreken deze, dan ontstaat een geproportioneerde dwerggroei, maar ook door het ontbreken van bepaalde hormonen kan dwerggroei ontstaan. Een tekort aan groeihormoon uit de hypofysevoorkwab geeft een geproportioneerde dwerggroei (lilliputters). Deze laatste mensen hebben vaak ook een tekort aan andere hypofysehormonen, m.n. de stimulerende hormonen voor de ontwikkeling van de geslachtsorganen. Lilliputters hebben vaak een kinderlijk uiterlijk, houden als volwassen man een hoge stem, missen baardgroei en kunnen steriel zijn; het intellect is als regel normaal ontwikkeld. Geheel anders uit zich een tekort aan schildklierhormoon op jeugdige leeftijd. Ook hierbij ontstaat dwerggroei, maar vaak gedisproportioneerd, met extra korte ledematen en een grote tong, en veelal ook in ontwikkeling achtergebleven intellect. Een geheel ontbreken van de geslachtsklieren en andere hormonale oorzaken van dwerggroei komen voor, maar zijn veel zeldzamer.

Een al tijdens het foetale leven optredende afwijking is de achondroplasie, waarbij de zgn. groeischijven, waarin de lengtegroei van de pijpbeenderen plaats heeft, voortijdig verbenen. Hierdoor treedt een gedisproportioneerde dwerggroei op, waarbij hoofd en romp zich normaal ontwikkelen, maar de ledematen kort en plomp blijven. Het intellect van de achondroplast is normaal. Van geheel andere aard is de dwerggroei door misvorming van de benen, zoals dat bij fokomelie voorkomt.

PLANTENZIEKTENKUNDE

Ook bij planten kan dwerggroei voorkomen: zie dwergziekte.

< >