Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Doorgroeien

betekenis & definitie

I. (groeide door, is doorgegroeid),

1. voortgaan met groeien: de aardappels groeien door, er vormen zich aan de nog niet rijpe knollen in de grond nieuwe knolletjes; het legerende graan groeit door, korte tijd voor het rijpen vormt het nieuwe halmen;

II. (doorgroei'de, heeft doorgroeid'), zich groeiend verspreiden door, ofwel: door iets heen groeien, meest in het verl. deelw. als bn.: dit vlees is geheel met vet doorgroeid, is vol vet; een doorgroeid blad, waar de stengel schijnbaar doorheen gaat; doorgroeide bloemen, waarbij een bloem in het hart van een andere groeit.

< >