Belg. componist en dirigent, *22.1.1893 Kortrijk, †4.6.1972 Brussel; vader van Frederik Devreese. Devreese studeerde aan het conservatorium te Brussel; hij was leerling van P.
Gilson. Devreese was o.a. dirigent aan de Koninklijke Franse Opera te Antwerpen. Van 1925-30 was hij lid van het Concertgebouworkest te Amsterdam, daarna directeur van het conservatorium te Mechelen. Devreese is in de meeste van zijn werken impressionistisch, maar in zijn laatste composities maakt het koloriet soms plaats voor een lineair modernisme. Composities: orkest: Variaties op een Schots thema, Heroïsch gedicht, Concert voor cello, In Memoriam, Rondedans, Concert voor viool, Concert voor klavier, Gotische symfonie, Goethesymfonie, Vlaamse rapsodie; drama’s: Tombelène (ballet), Elfendans (kindercantate), Lentetover (idem), Zonnetij (idem); Te Deum; liederen; kamermuziek.