[Lat. Dalmatica tunica, Dalmatisch kleed], v. (-en), in de R.K.
Kerk het liturgisch gewaad van de diaken.De dalmatiek was oorspronkelijk een profaan kledingstuk: een tot op de voeten afhangend wit kleed, van voren en achteren bezet met een of twee purperen banden naargelang de maatschappelijke stand van de drager of draagster. Vanaf de 4e eeuw werd de dalmatiek gedragen als liturgisch gewaad, door paus en bisschoppen onder de kazuifel, door de diakens echter als bovenkleed. Sinds de verbreiding van de Romeinse liturgie boven de Alpen (9e eeuw) werd de dalmatiek het eigenlijke gewaad van de diaken in heel de westerse kerk.