v., verlichting met daglicht.
Afhankelijk van de bestemming van een ruimte zullen eisen worden gesteld wat dagverlichting en/of vensters betreft. Aan zulke eisen (eventueel categorische normen of aanbevelingen) kunnen velerlei overwegingen ten grondslag liggen. Psychologische factoren nemen daarbij een belangrijke plaats in. De intensiteit, kleur en richtingskwaliteiten van zonen hemellicht, en vooral de afwisseling daarin, kunnen bijdragen tot de behaaglijkheid van een ruimte. Van veel betekenis (afhankelijk van de bestemming van de ruimte meer of minder) is ook de informatie die via daglicht komt, met andere woorden het visuele contact met buiten. Bij het ontwerpen van het venster (plaats, grootte en vorm) dient daarom ook de omgeving in aanmerking te worden genomen.
De betekenis van biologische invloeden wordt nogal eens overschat. Dit geldt vooral bactericide werking en vitamine-vorming: de ultra-violette straling, die in dit opzicht werkzaam is, wordt vrijwel volledig door het vensterglas geabsorbeerd, en komt op de breedtegraad waarop Nederland en België zijn gelegen bovendien gedurende een groot deel van het jaar ook buiten niet voor. Andere overwegingen, eveneens afhankelijk van de bezigheden die in de ruimte verricht moeten worden, betreffen de visuele prestatie, d.i. de mogelijkheid om bepaalde objecten te kunnen zien. Technische en economische ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat men in dit opzicht minder op daglicht is aangewezen. Voor diverse werkzaamheden of situaties geeft men om visuele redenen zelfs de voorkeur aan kunstverlichting, b.v. ter wille van constante condities wat sterkte, lichtkleur, invalsrichting enz. betreft. Ook om economische redenen (benutting van bouwgrond en ruimte) gaat wel voorkeur uit naar gebruik van kunstlicht tijdens de daguren in combinatie met vensters: dan zijn b.v. lagere, diepere en eventueel inpandige ruimten mogelijk. Bij het formuleren van eisen dienen ook de bezwaarlijke kanten te worden overwogen, b.v. verblinding of hinder door schel licht, overmatige warmte-instraling of warmteverlies, kosten voor onderhoud van vensters of andere daglichtopeningen.
Recente ontwikkelingen, niet alleen van economische aard (oliecrisis), maar ook in opvattingen over milieu en milieubeheer, geven aanleiding tot een zekere heroriëntatie ten aanzien van de afweging van psychologische en economische aspecten.
Ter vermijding van teleurstellingen behoort de mogelijkheid te worden benut om de diverse genoemde aspecten in het ontwerpstadium kwantitatief te beschouwen. Als maat voor de dagverlichting worden de grootheden daglichtfactor en hemelfactor gehanteerd.
Litt. Pilkington Brothers Ltd., Windows and environment (1969); Normen en aanbevelingen ten behoeve van woningen, werkplaatsen, scholen, sporthallen en zwembaden zijn neergelegd in o.a. normbladen (ontwerp V 1069), Model-bouwverordening, bouwvoorschriften en Veiligheidswet.