César Antonovitsj, Russisch componist, *18.1.1835 Wilna, ♱2.3.1918 Sint-Petersburg; van Franse afkomst. Cui was hoogleraar in de vestingbouwkunde te Sint-Petersburg.
Tijdens zijn studie was hij compositieleerling van o.a. Moniuszko. Ondanks zijn aanhang bij de zgn. Nieuw-Russische school, m. n. Balakirev, Borodin, Moessorgski en Rimsky-Korsakov (het ‘Machtige Hoopje’ genoemd), bleef Cui westers georiënteerde composities schrijven. Vooral zijn kamermuziek genoot lange tijd populariteit. Composities: opera’s: William Ratcliff (1869), Angelo (1876); orkestwerken, koren, kamermuziek en liederen.
Werk: La musique en Russie (1880).
Litt. R.A.Leonard, C.Cui (in: History of Russian music, 1956); V.I.Seroff, Das machtige Häuflein (1967).