(Fr.: Corse), Frans eiland, dep. en economische regio in de Middellandse Zee, ten noorden van Sardinië, 8681 km2, 237000 inw. (waarvan een groot aantal blijvend op het Franse vasteland woont). Hoofdstad: Ajaccio.
Het eiland is bergachtig, met als hoogste punt de Monte Cinto (2710 m); het gebergte daalt af naar de kustvlakten. Karakteristiek is de maquisvegetatie (aromatisch struik gewas) op de berghellingen.De bevolking spreekt in de omgang voornamelijk Italiaanse dialecten. De samenleving is gekenmerkl door een sterke gebondenheid aan de familiegroepen.
De Corsicaanse economie berust op een zwakke basis. De lonen en pensioenen van de in Frankrijk verblijvende resp. vandaar teruggekeerde Corsicanen vormen de voornaamste bron van inkomsten. Het toerisme neemt snel in betekenis toe. De landbouw (graan, druiven, olijven) en veeteelt (schapen, geiten) worden veelal nog op traditionele wijze uitgeoefend. Een uitzondering hierop vormen de bedrijven van de zgn. colons, boeren die gerepatrieerd zijn uit Noord-Afrika en vooral aan de oostkust moderne landbouwbedrijven hebben gevestigd. Het Vreemdelingenlegioen, dat gevestigd is in de steden Calvi, Corte en Bonifacio, is eveneens uit Noord-Afrika naar Corsica gerepatrieerd.
Het eiland is een van de minst welvarende gebieden van Frankrijk; velen trekken weg. Ontevredenheid onder de bevolking heeft geleid tot het bestaan van verschillende nationalistische en separatistische bewegingen.
geschiedenis. Oorspronkelijk werd Corsica bewoond door de Liguriërs, daarna werd het Etrurisch en Carthaags, en in 238 v.C. Romeins. In 436 werd het veroverd door de Vandalen, in 533 door de Byzantijnen, waarna het beurtelings onder Byzantijns en Ostrogotisch gezag raakte. In de 9e eeuw leed Corsica sterk onder Arabische invallen. In 1084 kwam het in bezit van Genua.
In de 18e eeuw ontstond op Corsica een vrijheidsstreven. De avonturier T. Neuhof werd koning in 1735, maar op Genuees verzoek werd hij door de Fransen verdreven. In 1755 leidde P.Paoli een Corsicaanse opstand, die door de Fransen werd onderdrukt, die in 1768 het eiland van Genua kochten. Tijdens de Franse Revolutie werd Corsica een Frans dep.; Paoli ontketende een nieuwe opstand, waarbij hij steun van de Engelsen kreeg; in 1796 werd Corsica door de Fransen heroverd.
In 1974 deden terroristische bewegingen van zich spreken. Zij pleegden een aantal bomaanslagen die gericht waren tegen de Franse overheid en de uit Noord-Afrika afkomstige Fransen. Enkele malen werden troepenversterkingen ingezet. In 1975 is een afzonderlijk nieuw dep. Bastia gevormd. De Franse overheid heeft enkele maatregelen aangekondigd om aan de Corsicaanse wensen tegemoet te komen.
Litt. P.Arrighi (red.), Histoire de la Corse (1971).