[antieke stad, van Kadmos, nl. Thebe in Griekenland, Kadmeia ge, ‘aarde van Kadmos’], o., scheikundig element, symbool Cd.
Cadmium is een wit metaal, dat op tin gelijkt, met een volumieke massa van 8600 kg/m3. Het werd in 1817 ontdekt door Strohmeyer, die het als een verontreiniging van zinkcarbonaat waarnam. Chemisch lijkt cadmium veel op zink, het heeft echter een veel grotere neiging tot vorming van complexe ionen. Aan de lucht is het bestendig, bij verhitting verbrandt het onder vorming van een bruine rook van cadmiumoxide. In zuren lost het gemakkelijk op. Het oxide wordt door koolstof gemakkelijk gereduceerd.
Cadmium is uiterst giftig.
VOORKOMEN
Cadmium treedt in de natuur voornamelijk op als onzuiverheid (maximaal 5 %) in zinkmineralen (sfaleriet, wurtziet, smithsoniet, enz.) en in de verweringsprodukten van sfaleriet, greenockiet (CdS), otaviet (CdC03), die zeer weinig voorkomen. Zinkertsen hebben een cadmiumgehalte van slechts enkele tiende procenten. Het gehalte aan cadmium in de vaste aardkorst wordt geschat op 0,000002 %. Cadmium wordt uitsluitend verkregen als bijprodukt van zinkverwerkende bedrijven. De belangrijkste producenten van cadmiumhoudend zinkerts zijn de VS, Canada, Zuidwest-Afrika, Mexico en Centraal-Azië.
METALLURGIE
Door zijn vluchtigheid concentreert cadmium zich gedurende roost- en smeltprocessen in de vliegstof van koper-, lood- en zinkinstallaties. Een even belangrijke bron is de afgewerkte loog van de elektrolytische zinkbereiding. Uit het opgevangen vliegstof wordt cadmium verkregen door logen met verdund zwavelzuur. Cadmium is daarin oplosbaar en wordt met zinkstof uit de oplossing neergeslagen, waarna uiteindelijk nog een of meer zuiveringen volgen door middel van destillatie. Bij de New-Jersey-methode van bereiden van zuiver zink wordt in de eerste (lood-)kolom zink en cadmium overgedestilleerd, in de tweede kolom (cadmiumkolom) komt het cadmium over. Het cadmium wordt daarna langs natte weg verder gezuiverd.
Ook wordt cadmium verkregen door elektrolyse van een sulfaatoplossing met aluminium als kathode en lood als anode. Cadmium wordt gebruikt om kleine ijzeren voorwerpen te bedekken met een roestvrije laag; dit geschiedt elektrolytisch. Het maakt koper sterker en doet de weerstand tegen vermoeidheid toenemen zonder dat de elektrische geleidbaarheid vermindert. Verder wordt het, geallieerd met 1,5 % nikkel of met 2 % zilver, als glijlagermateriaal gebruikt. Ook vindt het toepassing als negatieve plaat in alkalische accumulatoren. Verfstoffen nemen een groot deel van het gebruik in beslag. Sinds de ontwikkeling van de kernenergie worden cadmiumstaven gebruikt om in kernreactoren de neutronenflux te regelen, ook onder de vorm van cadmiummessing voor afscherming.