Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Bo’nekruid, boonkruid

betekenis & definitie

o.,

1. (ook: kuun, keune en keule) uit Zuid-Europa afkomstig geurig kruid ;
2. veevoer dat bestaat uit paardebonen, haver, wikke en erwten, door elkaar geplant.

Bonekruid (Satureja hortensis) wordt gekweekt voor het gebruik bij tuinbonen en bij het inmaken van augurken. De zaai vindt plaats apr.—mei. Blad en stengel worden ook wel gedroogd,

< >