m., .. 1. last die dient om te bezwaren; m.n. last van buitenboordswater, blokken ijzer, beton e.d., die men onder in een schip bergt om het vast te doen liggen ; ballast innemen, uitwerpen;
2. zakken met zand e.d. die een ballonvaarder resp. de waterballast die een zweefvlieger meeneemt om uit te werpen als hij de stijgkracht wil vergroten of een snelle daling wil remmen ;
3. (fig.) waardeloze, nutteloze last: al die kennis is maar ballast, men heeft er niets aan;
4. zand, grind, steenslag e.d., over de aardebaan gespreid als ballastbed voor de dwarsliggers bij de spoorwegen .
LUCHTVAART.
Hier is ballast de extra lading in het luchtvaartuig, b.v. zandballast om de bewegingen van een ballon in verticale zin te kunnen beïnvloeden of om bij het zweefvliegen, wanneer de thermiek afneemt, door het ‘uitlaten’ van waterballast de vleugelbelasting te verlagen en daardoor de prestaties van het zweefvliegtuig, die door de zwakker wordende thermiek zouden afnemen, weer op te voeren.
SCHEEPVAART.
Ballast wordt tijdelijk of blijvend onderin een schip geladen om het een grotere diepgang en daarmee een betere stabiliteit te geven. Bij zeilschepen bevestigt men blokken lood of ijzer aan de kiel om meer zeil te kunnen voeren; bij schepen met een dubbele bodem kan deze, alsmede de dieptanks en de voor- en achterpiektanks, met water als tijdelijke ballast worden gevuld, dat er even gemakkelijk weer kan worden uitgepompt.
SPOORWEGEN.
Als materiaal voor het ballastbed dient bij voegloos spoor en in bogen, wissels en kruisingen in de belangrijke sporen gebroken steen (steenslag) van bestendige en harde kwaliteit of gebroken grind, korrelgrootte 2—5 cm, in wissels en kruisingen 2—4 cm, om daarmee een vaste ligging te verkrijgen. In voegenspoor en in minder belangrijke sporen wordt in Nederland in het algemeen grof grind (korrelgrootte 2—5 cm) gebruikt. In België, dat veel harde rotsen bezit, wordt steenslag 4—6 cm voor alle sporen van enig belang gebruikt. Ballast met een korrelgrootte van 1-2 cm wordt als split betiteld en gebruikt om als vulling onder de dwarsliggers de hoogteligging van het spoor plaatselijk te verbeteren. In de zijsporen bestaat de ballast uit een mengsel van grof zand of grof zand met voldoende waterdoorlaatbaarheid, afgedekt met een laag grind dik 5 cm. Ook hoogovenslakken kunnen als ballast worden gebru
1. last die dient om te bezwaren; m.n. last van buitenboordswater, blokken ijzer, beton e.d., die men onder in een schip bergt om het vast te doen liggen ; ballast innemen, uitwerpen;
2. zakken met zand e.d. die een ballonvaarder resp. de waterballast die een zweefvlieger meeneemt om uit te werpen als hij de stijgkracht wil vergroten of een snelle daling wil remmen ;
3. (fig.) waardeloze, nutteloze last: al die kennis is maar ballast, men heeft er niets aan;
4. zand, grind, steenslag e.d., over de aardebaan gespreid als ballastbed voor de dwarsliggers bij de spoorwegen .
LUCHTVAART.
Hier is ballast de extra lading in het luchtvaartuig, b.v. zandballast om de bewegingen van een ballon in verticale zin te kunnen beïnvloeden of om bij het zweefvliegen, wanneer de thermiek afneemt, door het ‘uitlaten’ van waterballast de vleugelbelasting te verlagen en daardoor de prestaties van het zweefvliegtuig, die door de zwakker wordende thermiek zouden afnemen, weer op te voeren.
SCHEEPVAART.
Ballast wordt tijdelijk of blijvend onderin een schip geladen om het een grotere diepgang en daarmee een betere stabiliteit te geven. Bij zeilschepen bevestigt men blokken lood of ijzer aan de kiel om meer zeil te kunnen voeren; bij schepen met een dubbele bodem kan deze, alsmede de dieptanks en de voor- en achterpiektanks, met water als tijdelijke ballast worden gevuld, dat er even gemakkelijk weer kan worden uitgepompt.
SPOORWEGEN.
Als materiaal voor het ballastbed dient bij voegloos spoor en in bogen, wissels en kruisingen in de belangrijke sporen gebroken steen (steenslag) van bestendige en harde kwaliteit of gebroken grind, korrelgrootte 2—5 cm, in wissels en kruisingen 2—4 cm, om daarmee een vaste ligging te verkrijgen. In voegenspoor en in minder belangrijke sporen wordt in Nederland in het algemeen grof grind (korrelgrootte 2—5 cm) gebruikt. In België, dat veel harde rotsen bezit, wordt steenslag 4—6 cm voor alle sporen van enig belang gebruikt. Ballast met een korrelgrootte van 1-2 cm wordt als split betiteld en gebruikt om als vulling onder de dwarsliggers de hoogteligging van het spoor plaatselijk te verbeteren. In de zijsporen bestaat de ballast uit een mengsel van grof zand of grof zand met voldoende waterdoorlaatbaarheid, afgedekt met een laag grind dik 5 cm. Ook hoogovenslakken kunnen als ballast worden gebruikt.