graaf in de Betuwe, begin 11e eeuw. Balderik, afstammeling van het geslacht der Ansfrieds in Midden-Nederland, met bezittingen aan de linker Rijnoever, verkreeg door zijn huwelijk met Adela de Wrede ook bezittingen aan de overzijde van de rivier.
Zijn rivaal was graaf Wichman, uithet Saksische geslacht der Bruno’s. Hun strijd gold de prefectuur, een militair gezag over de graven van de streek, dat bekleed werd door Godfried, graaf van de Hettergouw en oom van Balderik.De strijd ontbrandde bij de dood van Godfried (1006), waarbij . eveneens een rol speelde dat Wichman getrouwd was met een dochter van Godfried en hij ernaar streefde een verbinding tot stand te brengen tussen zijn Saksische goederen en de Lotharingse van zijn vrouw, die echter gescheiden werden door de bezittingen van Balderik. Deze wist koning Hendrik II te bewegen hem met de prefectuur te bekleden. Bisschop Adalbold van Utrecht steunde Wichman. Aan weerszijden werden coalities gevormd. Hoewel Adela zowel Diederik van Hamaland als Wichman vermoordde, verloren Balderik en Adela de strijd en hun goederen.
