Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Baader

betekenis & definitie

Franz Xaver (Benedikt von), Duits filosoof en theoloog, *27.3.1765 München, ♱23.5.1841 München. Von Baader was korte tijd arts, maar wendde zich tijdens mineralogische studies in Engeland tot de filosofie en theologie.

Na aanvankelijk directeur van Beierse mijnen te zijn geweest, werd hij in 1826 hoogleraar in de filosofie en theologie aan de nieuwe universiteit van München.Von Baader, exponent van de filosofie der romantiek, wees het kritische denken van Hume en Kant af ten gunste van een filosofische terugkeer tot voor Descartes. In zijn poging om aldus een theïstische denktraditie van rooms-katholieke signatuur voort te zetten Baader waarin natuur en geest, wetenschap en religie, individu en gemeenschap met elkaar zijn verzoend is Von Baader in zekere zin een voorloper van de neoscholastiek. Onorthodox was zijn belangstelling voor mystici als Meister Eckehart, Paracelsus en o.a. voor het neoplatonisme.

Omdat God in alle dingen is, is volgens Von Baader kennis steeds mede-kennis van God (con-scientia). God is geen abstracte entiteit, maar een eeuwig proces: hij schept zichzelf en leert zichzelf daarbij gaandeweg kennen. Hij ontwikkelt zich zo uit een redeloze aanvang tot redelijke zelfkennis, zoals zijn evenbeeld: de mens. Het bestaan van de natuur heeft ten doel, de verlossing van de mens mogelijk te maken.

Werken: Fermenta cognitionis (5 dln., 1822—25), Spekulative Dogmatik (1827—28), Sämtliche Werke (16 dln. 1851—60). Uitgaven: Schriften zur Gesellschaftsphilosophie, door J.Sauter (1925), Lettres inédites de F. von Baader door E.Susini (3 dln. 1942-51).

LITT. D.Baumgardt, F.von Baader und die philosophische Romantik (1927); J.Sauter, Baader und Kant (1928); E.Susini, F.von Baader et le romanticisme mystique (1942); J.Siegl, F.von Baader (1957); H.Grassl, F.von Baader und die Gegenwart (1967).

< >