m., de uitzending en ontvangst van radio- en televisieprogramma’s via satellieten. © Aangezien een satelliet de taak van een uitgebreid zendernet op de grond kan overnemen, is satellietomroep vooral van belang voor landen die bij de bouw en het onderhoud van een dergelijk zendernet voor grote problemen staan. Zo zijn door de aanwezigheid van natuurlijke hindernissen (bergen, ver uit de kust gelegen eilanden) of door de uitgestrektheid van het land, aanzienlijke financiële offers nodig om een zendernet op de grond aan te leggen en in stand te houden.
Dat laatste geldt in het bijzonder voor de derde wereld, maar ook elders bestaan problemen, zoals het moeilijke terrein in Noorwegen en de grote uitgestrektheid van de USSR.In 1958 werd de eerste communicatiesatelliet in de ruimte gebracht. In die tijd was nog een net van volgstations nodig om deze satelliet te kunnen volgen, omdat alleen verbinding kon worden gemaakt zodra de satelliet boven de horizon verscheen. Dit probleem is inmiddels opgelost, doordat de satellieten in een zgn. geostationaire baan rond de aarde worden gebracht. Dat houdt in dat de satelliet zich — vanaf de grond gezien — steeds boven dezelfde plaats bevindt. Op 36000 km boven de aarde kan aan deze voorwaarde worden voldaan; de snelheid van de satelliet bedraagt dan 3 km/s.
Vanuit een opstraalstation worden de programma’s via een schaalvormige antenne doorgestuurd naar de satelliet, die geluid en beeld weer terugzendt naar de aarde en daarbij een bepaald gebied bestrijkt. Omdat de satelliet de programma’s terugzendt in een cirkel- of ellipsvormig gebied, bestaat de mogelijkheid dat de programma’s, die alleen voor verspreiding op het eigen nationale grondgebied zijn bedoeld, via de zgn. overspill ook gevolgd kunnen worden in aangrenzende landen. Diverse landen hebben daartegen vooral om politieke of ideologische redenen bezwaar. Daarom is in het Radioreglement van de Union Internationale des Télécommunications een bepaling opgenomen dat overspill verboden is, tenzij de betrokken landen geen bezwaar hebben.
Met commercialisering van de satellietomroep en de technologische ontwikkelingen op het gebied van de ontvangstmogelijkheden lijkt in de zeer nabije toekomst deze bepaling tegen overspill haar betekenis te verliezen. Commerciële ondernemingen zullen kunnen beschikken over hun eigen satellieten met een in beginsel onbeperkt bereik. De programma’s die via deze satellieten worden uitgezonden zullen door iedereen via particuliere ontvangstapparatuur kunnen worden ontvangen. Satellietomroep vormt op deze wijze een bedreiging van de diverse nationale omroepbestellen.