Gepubliceerd op 17-01-2021

Rob van reijn

betekenis & definitie

Ned. pantomimespeler, *6.4.1929 Amsterdam. Van Reijn studeerde van 1945-49 aan de kunstnijverheidsschool te Amsterdam (afdeling beeldhouwen).

Tijdens deze opleiding ontdekte hij zijn talent voor het pantomimespelen en ging hij in de leer bij Nel Roos (dansen) en Jodjana (bewegingsleer). Met Jan Bronk en Lizzy May richtte hij de Ned. Pantomime Groep op (1951). In 1952 begon hij met soloprogramma’s. In 1953 werd Van Reijn docent bewegingsexpressie aan o.a. de Amsterdamse kunstnijverheidsschool. Hij werd artistiek leider van de mimegroep Carrousel (1967-70), werkte in Compromime samen met Nelly de Wekker (1971—72) en richtte in 1975 het Ned.

Pantomime Theater Rob van Reijn op, gaf demonstraties op scholen e.d., werkte als variété-artiest (o.a. te Parijs) en trad op in verscheidene landen in Europa, Zuid-Amerika en het Verre Oosten. Ook speelde hij voor de televisie (o.a. Het gouden ei, 1963, Van zotskap tot rinkelbellen, 1965, en Beestenkwartet, 1973) en in films (o.a. Geen paniek, 1973 en Laat de dokter maar schuiven, 1980). In 1975 werd hij voor zijn werk onderscheiden. Op humoristische wijze weet hij de meest uiteenlopende karakters in de veelal door hemzelf geschreven of bewerkte verhalen raak uit te beelden.

Bekend werd o.a. zijn ‘Mannetje Makkus’. Enkele van zijn programma’s zijn: Mimische parodieën-tierlantijnen (1957), Going Dutch again (1961), De kruisvaarders (1972), Kasjtanka (1968-81; naar A.Tsjechov), Exegese (1974—80), Klassiek (1975-80), Scrooge en Marley (1975 — 80; naar C.Dickens), Harlekinade (1975-80), Don Quichote (1977-78; naar M.de Cervantes Saavedra), De reis om de wereld in 80 dagen (1979-80; naar J.Verne). Afb.p.519.

< >