analyse-methode die gebruik maakt van het→ Raman-effect. De Raman-spectroscopie vormt samen met de → infraroodspectroscopie de zgn. vibratiespectroscopie.
Evenals de infraroodspectroscopie wordt de Raman-spectroscopie gebruikt voor de kwalitatieve en kwantitatieve analyse van zowel organische als anorganische verbindingen. Informatie over de moleculaire structuur wordt verkregen door het meten van het vibratiespectrum; een infraroodspectrum door het meten van de absorptie van de infrarode straling, een Raman-spectrum door het meten van de emissie van de uitgezonden Raman-straling. Omdat de voorwaarden voor absorptie en emissie van straling verschillen, zijn ook de spectra verschillend. Zo zullen de symmetrische vibratie van het type C=C, CsC, N=N en S—S in het infraroodspectrum niet te zien zijn maar wel in het Raman-spectrum. De beide methoden vullen elkaar dan ook aan.De Raman-spectrometer heeft als lichtbron een laser die monochromatisch licht op het monster werpt. De lichtbron moet zo sterk zijn omdat de Raman-straling zeer zwak van intensiteit is (slechts 0,001 van het opvallende licht wordt verstrooid, waarvan de Raman-straling nog maar een fractie is). Als detector wordt een fotomultiplicatorbuis gebruikt. Beperkingen van de Raman-spectroscopie zijn het optreden van fluorescentie waardoor de Raman-straling wordt overstraald en het niet bestand zijn van sommige stoffen tegen de intense laserstraling.