(ook: amorf metaal), vast metaal dat een amorfe, glasachtige structuur bezit. De ordening van de atomen in een metallisch glas vertoont geen regelmaat zoals bij kristallijn metaal (de ‘gewone’ vaste aggregatietoestand voor metalen), maar is chaotisch zoals bij een glas.
Om metallisch glas te verkrijgen dient het vloeibare metaal extreem snel afgekoeld te worden, zodat de atomen geen tijd krijgen zich te rangschikken in een kristalrooster, maar ‘bevroren’ worden in hun chaotische vloeistofverdeling. Voor zuivere metalen zijn afkoelsnelheden van ca. 1 mrd. K/s noodzakelijk, wat vrijwel niet realiseerbaar is. Maar voor sommige legeringen volstaan afkoelsnelheden van ca. 1 mln. K/s. Een dergelijke snelle afkoeling kan bereikt worden door een dunne straal van de vloeibare legering te spuiten op een gekoelde snel roterende cilinder (ca. 3000 omwentelingen per minuut).
Van de cilinder kan dan een lint metallisch glas getrokken worden met een dikte van ca. 50 ftm (afb.). Metallisch glas lijkt alleen voor wat betreft de atomaire structuur op gewoon glas. Het is niet doorzichtig en evenmin breekbaar. De eigenschappen wijken ook af van die van gewoon kristallijn metaal. Metallisch glas bezit een grote treksterkte en hardheid, maar is tegelijk buigzaam en enigszins taai. Metallisch glas is zeer geschikt voor toepassingen in lichte constructies, als weekijzermagneet (b.v. als transformatorkern, kop van een bandrecorder), als thermische weerstand (o.a. voor zeer nauwkeurige weerstandsthermometers).
Het lijkt ook uitermate geschikt als informatiedragend medium in magnetische bellengeheugens. Afb.p.413.