Belg. rooms-katholiek theoloog en filosoof, *29.7.1904 Antwerpen. Wildiers werd kapucijn en priester.
Hij promoveerde in 1923 aan de Gregoriana te Rome op een studie over Albert Schweitzer, doceerde tot 1940 aan het Theologicum te Izegem en was tevens docent aan de Katholieke Vlaamse Hoogeschool voor Vrouwen te Antwerpen en aan de Sociale School te Leuven. In 1967 werd hij verbonden aan de Universiteit van Californië en aan de Wenner-Gren Foundation for Anthropological Research te New York. In 1969 werd hij tevens lector aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Wildiers heeft naam gemaakt als kenner van het werk van P.Teilhard de Chardin, dat hij als eerste in het Ned. taalgebied bestudeerde (Evolutionisme en wereldbeschouwing, 1952). Na de dood van Teilhard bezorgde hij de uitgave van diens volledige werken (1955—63). In eigen land droeg Wildiers door zijn heldere geschriften en zijn veelzijdige belangstelling bij tot culturele vernieuwing van de Vlaamse Beweging.
In 1976 kreeg hij de Staatsprijs voor het essay voor zijn publikatie Wereldbeeld en theologie (1973). Werken: Terreinverkenningen (1955), De zin van de techniek (1958), Het wereldbeeld van P. Teilhard de Chardin (1960), P. Teilhard de Chardin. Inleiding in zijn denken (1963), De kerk in de wereld van morgen (1966).