(République Islamique de Mauritanië; al-Djoumhouriya al-Muslemiya al-Mawritaniya), republiek in West-Afrika, begrensd door Marokko (Westelijke Sahara), Algerije, Mali, Senegal en de Atlantische Oceaan, 1030700 km2 (exclusief het deel van de Westelijke Sahara). Hoofdstad: Nouakchott.
BEVOLKING De bevolking van Mauretanië bedroeg in 1978 ca. 1,5 mln. Het land heeft een snel groeiend inwonertal (gemiddelde jaarlijkse toename van 2,7 % voor de periode 1970-77) dank zij een groot geboortenoverschot (geboorten- en sterftecoëfficiënt resp. 50 en 22 %c). De bevolking is zeer jong: 42 % is jonger dan 15 jaar en slechts 6 % is ouder dan 65 jaar. De gemiddelde verwachte levensduur bij de geboorte bedraagt 42 jaar.
ECONOMIE Mauretanië is een agrarische staat: 23 % van het bruto nationaal produkt (BNP) en 84 % van de werkgelegenheid hebben betrekking op de landbouw. Toch wordt slechts 38 % van de oppervlakte aan de landbouwactiviteit besteed. De nadruk ligt met meer dan 90 % op schraal weiland. Mauretanië is een van de Sahellanden; het wordt voortdurend bedreigd door droogte en woestijnvorming. Dank zij rijk viswater voor de kust is de visvangst een belangrijke activiteit. Er is ook een afgeleide visverwerkende nijverheid.
De twee voornaamste bronnen van inkomsten zijn het rijke ijzererts (5 mln. t ijzer-inhoud in 1979) en kopererts (sinds het begin van de jaren zeventig). Beide Produkten vertegenwoordigen ruim 90 % van de uitvoerwaarde.
POLITIEK Op 10.7.1978 kwam door een staatsgreep een eind aan het bewind van Oeld Daddah. Er werd een militair comité voor nationaal herstel (CMSN) gevormd onder leiding van de stafchef van het leger Moestafa Salek. De nieuwe militaire machthebbers waren ontevreden geworden over het voor Mauretanië slechte verloop van de oorlog tegen de bevrijdingsbeweging Frente Polisario in de Westelijke Sahara. Salek kondigde aan dat hij alles in het werk zou stellen om vrede in de Westelijke Sahara te bereiken. Polisario besloot tot een bestand. Hoewel Marokko aanvankelijk afkeurend reageerde, kwam het niet tot een ingrijpen van de Marokkaanse troepen in Mauretanië.
In mrt. 1979 voerde Salek een preventieve coup uit. Eerst werd op 23 mrt. de grondwet gewijzigd, waardoor hij met alle volmachten werd bekleed. De volgende dag verwijderde hij drie pro-Algerijnse ministers, die een verzoeningspolitiek met de bevrijdingsbeweging Polisario voorstonden. Op 6.4.1979 vond een paleisrevolutie plaats. Oeld Salek bleef staatshoofd, maar premier Ahmed Oeld Boeseif, die nauwe relaties met Marokko voorstond, werd de nieuwe sterke man. Niettemin werd er verder onderhandeld en in april 1979 werd in de Libische hoofdstad Tripoli een protocol opgesteld, waarin werd bepaald dat over de terugtrekking van de Mauretaanse troepen uit de Westelijke Sahara in mei van dat jaar zou worden onderhandeld.
Oeld Boeseif kwam echter bij een vliegtuigongeluk om het leven (27 mei), wat de derde machtswisseling in tien maanden tot gevolg had. Minister van Defensie Mohammed Choena Oeld Haidalla werd premier. Een week later, op 3 juni, trad president Oeld Salek af ten gunste van luitenant-kolonel Mohammed Oeld Ahmed Loeli. De nieuwe machthebbers bleken bereid tot nieuwe onderhandelingen met het Polisario, dat echter het een jaar oude bestand met Mauretanië verbrak en op 12 juli de oorlog hervatte.
Op 5.8.1979 ondertekende Mauretanië te Algiers een vredesakkoord met het Polisario en besloot het zijn troepen uit de Westelijke Sahara terug te trekken. Hiermee kwam een einde aan een oorlog die het land veel mensenlevens en veel geld heeft gekost. Bovendien werden de diplomatieke betrekkingen met Algerije na een onderbreking van drie jaar hersteld. Het bereikte akkoord had echter een verslechtering van de Mauretaans-Marokkaanse betrekkingen tot gevolg. Eind dec. 1979 verlieten de laatste van de ca. 1000 Marokkaanse soldaten Mauretanië. Op 4.1.1980 werd Oeld Loeli ontheven van zijn functies als staatshoofd en voorzitter van het militair comité voor nationaal herstel (c M S N ).
Zij n functies werden overgenomen door luitenant-kolonel Mohammed Oeld Haidalla, die tot dusver premier, minister van Defensie en eerste vice-voorzitter van het CMSN was. Tegelijk verloren drie leden van het ‘permanente comité' van het CMSN hun post. Beoogd werd de politieke structuur aan te passen aan de belangrijke taken van economisch, financieel en administratief herstel en van politieke consolidatie. Op 7.1.1980 werd een nieuwe regering gevormd, waarin Haidalla premier en minister van Defensie bleef. Op 24.2.1980 voerde het CMSN de islamitische wet in voor misdrijven die de moderne wetgeving volgens het CMSN niet had weten te beteugelen. Op 7 mrt. keurde de regering de instelling van een speciaal islamitisch hof goed, dat zou worden voorgezeten door een deskundige in het moslemrecht, bijgestaan door twee raadslieden en twee oelema’s. In juli 1980 is de slavernij in Mauretanië officieel afgeschaft.
Op 15.12.1980 werd de samenstelling van een nieuwe burgerregering bekendgemaakt met Sid Ahmed Oeld Bneijara als premier. De regeringswijziging zou een gevolg zijn van conflicten binnen de regering tussen linkse nationalisten zoals Haidalla en pro-Iraakse of Panarabische elementen. Om de toenemende invloed van pro-Iraakse officieren tegen te gaan, werden velen van hen in de regering door burgers vervangen, hoewel Bneijara persoonlijk als pro-Iraaks gold.
Op 19.12.1980 publiceerde het CMSN de tekst van de nieuwe grondwet. In die grondwet werd verklaard dat Mauretanië een islamitische, parlementaire, ondeelbare en democratische republiek is met het Arabisch als nationale taal. De president wordt voor een termijn van zes jaar gekozen, welke niet kan worden verlengd. De premier (uitvoerende macht) wordt door de president aangewezen uit de vertegenwoordigers van de meerderheidspartij of -coalitie in het parlement en zijn benoeming moet door de Nationale Vergadering (gekozen voor vier jaar) worden goedgekeurd. Politieke partijen zijn toegestaan met uitzondering van de Mauretaanse Volkspartij (PPM), de enige legale politieke organisatie onder de in juli 1978 afgezette president Oeld Daddah. Haidalla deelde mee dat de nieuwe grondwet aan een nationaal referendum ter goedkeuring zou worden onderworpen.
Op 16.3.1981 werd een poging tot staatsgreep verijdeld. De coup zou zijn gepleegd door een groep Mauretaanse militairen, die in ballingschap in Marokko woonden. Twee dagen later verbrak Mauretanië de diplomatieke betrekkingen met Marokko in verband met de beweerde Marokkaanse betrokkenheid bij de mislukte staatsgreep. Ook Senegal is beschuldigd bij de couppoging betrokken te zijn geweest.
Litt. C.C.Stewart en E.K.Stewart, Islam and social order in Mauritania (1970); J.Gretton, Western Sahara: the fight for self-determination (1976).