Gepubliceerd op 17-01-2021

Lood

betekenis & definitie

o., 1. chemisch element, symbool Pb, in zuivere toestand een blauwgrijs taai metaal.

© Produktie De wereldmijnbouwproduktie aan lood bedroeg in 1979 ca. 3,6 mln. t met als belangrijkste produktielanden de USSR (16,3 %), de VS (14,9 %), Australië (11,5 %) en Canada (9,4 %). Aan de wereldproductie van geraffineerd lood van 5,5 mln. t werd het meest bijgedragen door de VS (22,1 %), de USSR (14,1 %), de BRD (6,7 %) en Groot-Brittannië (6,6 %). België produceert jaarlijks ca. 100000 t geraffineerd lood, Nederland ca. 50001 voornamelijk door herverwerking van accu’s, leidingen e.d.

Gebruik De belangrijkste toepassingen van lood zijn in volgorde van belangrijkheid: accumulatoren, antiklopmiddelen in benzine, pijpen, buizen. Benzine bevat in Nederland gemiddeld 0,3 g lood/1, hetgeen een jaarlijks verbruik betekent van ca. 16001. Hiervan komt 2060 % na verbranding via de uitlaatgassen in het milieu terecht. Gevolgen van dit soort loodgebruik zijn over de gehele wereld merkbaar. Zo bevat het ijs in Groenland gevormd in de jaren zestig 27 x zoveel lood als het ijs gevormd in de 17e eeuw. Verhoogde concentraties worden gevonden langs autowegen, in grote steden, in tunnels. Straatstof in grote steden bevat 1-5 % lood.

Toxicologie De meest kenmerkende toxische effecten van lood zijn: schade aan het bloedvormende systeem, de nieren, het centrale zenuwstelsel, en mutagene en teratogene effecten. Schade aan de hersenen en ten gevolge hiervan neurologische afwijkingen kunnen reeds veroorzaakt worden door lage subtoxische doses. Bij kinderen kan loodvergiftiging leiden tot blijvende ernstige stoornissen in de geestelijke en motorische ontwikkeling. De Wereld Gezondheid Organisatie geeft als voorlopige norm voor de maximaal aanvaardbare wekelijkse opname door de gemiddelde mens 3 mg (0,05 mg/kg lichaamsgewicht). Voor kinderen tot 10 jaar ligt deze norm dus in de buurt van 1 mg/week. De gemiddelde opname met voedsel en drinkwater bedraagt in Nederland ca. 0,09 mg/week.

Als grenswaarde voor het loodgehalte in het bloed wordt 40 jUg/100 ml aangehouden. Verhoogde opname kan veroorzaakt worden door inademing van verontreinigde lucht, water uit loden leidingen en bij kinderen door straatstof en het kauwen op loodhoudende voorwerpen (verf, potloden, tandpastatubese.d.). Het zgn. Speelgoedbesluit verbiedt in Nederland sinds 1976 de verkoop van loodhoudende potloden, tinnen soldaatjes e.d.

Litt. J.W.Copius Peereboom, Chemie, mens en milieu (1976).

< >