Amerikaans socioloog, *23.8.1926 Baltimore (Maryland). Blalock studeerde sociologie aan de Brown-universiteit (Providence, Rhode Island).
Van 1964-70 was hij hoogleraar aan de universiteit van Noord-Carolina te Chapell Hill; sinds 1970 is hij hoogleraar in de sociologie aan de universiteit van Washington. Blalock is een exponent van de axiomatisch-kwantitatieve richting in de sociale wetenschappen. Hij beschouwt modelconstructie en theorievorming als de voornaamste doeleinden van wetenschappelijk onderzoek. Geschokt door de gewelduitbarstingen in de VS in de jaren zestig, alsmede onder invloed van de door hem geconstateerde discrepantie tussen de formele modellen en de kwaliteit van de sociaal-wetenschappelijke databestanden, ging Blalock omstreeks 1970 meer aandacht besteden aan de technieken van materiaalvergaring en aan de beperkingen die eigen zijn aan wetenschappelijke methoden. Een oplossing voor de problemen die samenhangen met het meten in de sociale wetenschappen tracht hij evenwel te vinden niet via de toepassing van kwalitatieve methoden, maar door het ontwikkelen van steeds geavanceerdere kwantitatieve methoden. Werken: An analysis ofsome empirical generalizations in race relations (1954), Socialstatistics (1960), Causalinferences in non-experimental research (1961), (met A.B.Blalock) Methodology in social research (1968), Theory construction: from verbal to mathematical formulations (1969), An introduction to social research (1970).