Gepubliceerd op 17-01-2021

Fritz fischer

betekenis & definitie

Duits historicus, *5.3.1908 Ludwigsstadt. Fischer studeerde kerkgeschiedenis, theologie, geschiedenis, filosofie en pedagogiek in Erlangen en Berlijn.

Hij promoveerde in de geschiedenis en de theologie. Van 1948-73 was hij hoogleraar nieuwe geschiedenis, van 1961-73 tevens eigentijdse geschiedenis te Hamburg. Met zijn publikatie Griff nach der Weltmacht (1961) heropende Fischer de discussie over de Duitse rol in de Eerste Wereldoorlog. Hij toonde aan dat Duitsland een overwegend aandeel had in het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog. Hij benadrukte het offensieve karakter van de Duitse oorlogspolitiek en daarmee de continuïteit van de Duitse institutionele, economische, sociale en politieke geschiedenis van 1866-1945. Fischers thesen werden aanvankelijk vooral door Duitse historici fel bestreden, maar zijn momenteel op hoofdpunten algemeen aanvaard.

Werken: August von Bethmann-Hollweg und der Protestantismus. Religion, Rechtsund Staatsgedanke (1937), Ludwig Nicolovius. Rokoko, Reform, Restauration (1939), Weltmacht oder Niedergang. Deutschland im Ersten Weltkrieg (1965), Krieg der Illusionen. Die Deutsche Politik von 1911 bis 1914 (1969), Der Erste Weltkrieg und das deutsche Geschichtsbild. Beiträge zur Bewältigung eines historische Tabus (1977).

< >