in België een procedure voor overheidssteun aan een bedrijf dat in ernstige structurele moeilijkheden verkeert. Deze in 1977 wettelijk ingestelde procedure maakt het de overheid mogelijk een bedrijf tijdelijk te steunen met behulp van een herstelplan, opgemaakt door een deskundige die wordt aangesteld door de Rechtbank van Koophandel.
Deze vorm van overheidsinterventie geldt alleen voor bedrijven met ten minste 50 werknemers, met uitzondering van banken, spaarkassen en verzekeringsmaatschappijen. De aanvraag kan uitgaan van de ondernemer zelf, van de ondernemingsraad of de vakbondsafgevaardigden in het bedrijf, van de schuldeisers, ofwel van de minister van Economische Zaken of de staatssecretarissen van Streekeconomie. De Rechtbank van Koophandel kan ook ambtshalve optreden. Tot beheer met bijstand kan door de rechtbank worden overgegaan als de slechte financiële toestand van het bedrijf het voortbestaan ervan bedreigt en de verdwijning de nationale of regionale economie en werkgelegenheid ernstig zou schaden. Het herstelplan loopt over een termijn van maximaal drie jaar. De bedrijfsleiding kan intussen geen verbintenissen aangaan zonder machtiging van een door de rechtbank aan te wijzen gedelegeerd rechter.
De termijnen van de schuldvorderingen worden met uitzondering van die der werknemers en eventuele nieuwe schuldeisers geschorst. De deskundige die het herstelplan samenstelt en de commissaris die wordt belast met de uitvoering ervan worden beiden aangesteld door de Nationale Investeringsmaatschappij. Indien blijkt dat de bedrijfsleiders grove fouten hebben begaan, kunnen ze in hun bevoegdheid worden geschorst. Na het verstrijken van de termijn van drie jaar moet het bedrijf in staat zijn zijn activiteiten zonder hulp voort te zetten en zijn vroegere schulden te vereffenen.