eiland in de Caribische Zee, 91 km2, 6500 inw. Hoofdstad: Crocus Hill.
ECONOMIE
Hoewel de economie van Anguilla nog steeds wordt bepaald door veeteelt, zoutwinning, scheepsbouw en visserij, begon de regering in het begin van de jaren tachtig met de uitvoering van haar diversificatieplannen. Zij stimuleerde het toerisme (m.n. uit de VS) door uitbreiding van de luchthaven (1982) en de bouw van meer hotels. Deze werkzaamheden hadden een bescheiden, maar gunstige invloed op de werkloosheid, die in de jaren zeventig ca. 40 % bedroeg.
POLITIEK
De nieuwe constitutionele regeling voor Anguilla, waaraan vanaf het begin van de jaren zeventig was gewerkt, werd door de Britse regering op 10.2.1976 ingevoerd. De regeling handhaafde de geassocieerde status (met Saint Kitts en Nevis) van Anguilla. Er was sprake van grotere autonomie, doordat gekozen vertegenwoordigers van het eiland bepaalde regeringstaken gingen vervullen. Bepaalde posities zoals defensie en buitenlandse politiek bleven echter aan de Britse regering voorbehouden.
Bij de algemene verkiezingen van 16.3.1976 legde de Progressive People’s Party onder leiding van Ronald Webster beslag op zes van de zeven zetels in het parlement. Webster werd premier, maar nam op 1.2.1977 ontslag na een motie van wantrouwen. Hij werd door Emile Gumbs opgevolgd. Webster keerde echter terug na de algemene verkiezingen van 30.5.1980. Ook de verkiezingen van juni 1981 wist hij in zijn voordeel te beslechten; zijn pas geformeerde Anguilla People’s Party veroverde vijf zetels in het parlement.
Op 19.12.1980 werd de associatie met Saint Kitts en Nevis verbroken. De Britse wet omtrent Anguilla regelde in 1982 de status van het eiland als ‘separate dependency’.
