Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Flankerend beleid

betekenis & definitie

Flankerend beleid - bezuinigingsplan dat omscholing, afvloeiing en overplaatsing omvat; beleid gericht op afslanking maar gepaard gaande met een sociaal plan: het tweede dient om het eerste te flankeren of te steunen. Een dergelijk beleid moet ervoor zorgen dat bepaalde bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld zieken, niet het slachtoffer worden van een (overheids)maatregel.

Van de 250 miljoen moet volgens afspraak 200 miljoen besteed worden aan het zogenoemde flankerend beleid (het sociaal plan bij de afslanking, dat omscholing, afvloeiing en overplaatsing omvat). de Volkskrant, 22-05-87

Dan is er nog de originele uitvinding van het flankerend beleid. Zelfstandig wonende bejaarden kunnen dan gedurende maximaal zes weken komen ‘logeren’ in het bejaardenhuis a raison van zeven gulden eigen bijdrage per dag plus een aanvullende subsidie tot 40 procent van de dagprijs. de Volkskrant, 15-06-87

Een oud-ambtenaar: ‘Flankerend beleid was een vondst van Albeda. Dat moest erbij. En flankerend beleid was altijd geld uitgeven. Werkgelegenheidsprogramma’s, allerlei dingen die de pijn van het bezuinigen moesten verminderen.’ Elsevier, 24-09-88

Als we geen plannen maken, redeneren politici, moeten er misschien wel aanpassingen komen aan de kostenkant. Dan moet het minimumloon misschien wel omlaag. Daaraan wil de politiek haar vingers niet branden. Zo’n maatregel kost massa’s stemmen. Immers aan dat minimumloon zitten miljoenen sociale uitkeringen vastgeklonken. Om die consequenties te omzeilen bedacht Albeda de term flankerend beleid. Draai maar, verzin maar wat, geld is altijd wel te vinden,’ verzucht de ambtelijke topman. Elsevier, 15-10-88

Wij zullen in de toekomst de concurrentie aan moeten gaan met de gezinszorg en de kruisvereniging. De hulp die bedoeld wordt in de term flankerend beleid, kunnen wij ook aanbieden. de Volkskrant, 22-10-88

De Nederlandse gemeenten moeten aan de hand van dat ‘boek’ de hondepenning gaan invoeren, het ‘gebod’ uitvaardigen dat de eigenaar de poep van eigen hond opruimt, als hij dat niet doet, krijgt hij een boete van minstens ƒ 150,-. Tegelijkertijd moeten de gemeenten een ‘flankerend’ beleid voeren van intensieve surveillance en voorlichting. R. Ferdinandusse: Gedachten op dinsdagochtend, 1991

< >