Amice - (Lat.), vriend, als aanspreekvorm of aanhef van een brief. Voorbeeld van archaïsch taalgebruik dat in de jaren tachtig nieuw leven werd ingeblazen. Vooral in politieke kringen.
‘Weledelzeergeleerde Amice’, kan een dollend eufemisme zijn, als je met die hoogdravende titulatuur een vriend aanspreekt. Mark Baeyens: Taal in stukjes, 1982
Sakkerloot amice, wat zit er weer een allerbekoorlijkst schepseltje naast U in Uw rijtuig. Jan Kuitenbrouwer: Lijf stijl, 1990
‘Ik mag niet mopperen, amice,’ zei Dirk-Willem. Nieuwe Revu, 06-08-97