WIJMA (Johannes), hoofd eener school te Schiedam, waar hij 20 Mrt. 1894 overl. Geb. 31 Aug. 1834 te Leeuwarden, ging hij reeds op jeugdigen leeftijd naar 's Gravenzande, waar hij zich tot onderwijzer bekwaamde en vanwaar hij in 1858 naar Terheiden, onder Monster, vertrok. Het volgend jaar werd hij tot hoofdonderwijzer te Oud- en Nieuwe Matenesse benoemd, destijds nog een eigen gemeente, maar later (1868) met Schiedam vereenigd. Hier werd hij om zijn uitnemend onderwijs steeds meer gewaardeerd en weldra ook met de opleiding van onderwijzers aan de Normaalschool te Schiedam belast. Tevens gaf hij les in het Weeshuis der Hervormden ald. en aan den cursus tot opleiding van bewaarschoolhouderessen. Door zijn leer- en leesboeken voor de lagere school heeft Wijma ons onderwijs aan zich verplicht: ‘Zij behooren tot het beste wat er in de vorige eeuw voor de jeugd geschreven werd. Hij kende de kinderwereld als weinigen en wist steeds denjuisten toon te treffen’. Zijn voornaamste boekjes zijn: De jonge Lezer, 10
deeltjes; Vooruit! 8 stukjes; De kleine Vaderlander; De kleine Oosterling en Onze Spreekwoorden, alle bij herhaling herdrukt. Met J.C. Sander schreef hij: Bezoek aan Ned. Indië; Uit onze geschiedenis en Uit den oorlog van 1870-71 (2 dln.); met F. Bezemer: Voor het Leven, een leeren leesboek voor de jeugd.
Zie: Schiedamsche Cour. van 22 en 23 Mrt. 1894 en De Nederlander, Staatk. Nieuws- en Advert.blad voor Schiedam en omstr. v. 7 Apr. 1894.
Zuidema