SWAAGMAN (Albertus Hinderikus), geb. 5 Mei 1820 te Groningen en aldaar overl. 17 Aug. 1880. Hij kreeg zijne opleiding in zijne geboortestad en studeerde daar ook in de geneeskunde.
Hij promoveerde 8 Maart 1843, na verdediging van een proefschrift getiteld, de Osteomalacia universali feminarum atque de pelvis figurae mutationibus, quae ex ea oriuntur. Niettegenstaande deze keuze van een onderwerp uit het gebied der verloskunde, heeft hij later, na zich in Groningen te hebben gevestigd, bij voorkeur de oorheelkunde uitgeoefend en wetenschappelijk bewerkt, getuige zijne talrijke geschriften. Hij was lid van den geneeskundigen raad voor Friesland en Groningen, zoolang dit lichaam in functie is geweest.In de jaargangen van het Ned. Tijds. v. Geneesk. van de jaren 1860-1865 en 1874 komen talrijke referaten over oorheelkundige onderwerpen van hem voor; en verder verschenen oorspronkelijke mededeelingen, a.d.z: Frank, Handboekder Oorheelkunde, vert. door hem (Groningen 1847); De diagnostiek deroorziekten (Gron. 1850); Opmerkingen en mededeelingen betreffende de heel- en verloskundige praktijk (Gron. 1851); Overhetontstaan van hetpectusgallinaceum in Tijds. der Ned. Maats, t.b.d. Geneesk. 1854, 63; Over de veranderingen van het beenweefsel bijosteomalacie, ibid. 369; HerinneringaanAntonie Cramer, ibid. 1855, 54; De werking van den sterken drank... Eene voorlezing (Gron. 1855); Ontleedkundig onderzoek van Talipomanus vara als gevolg eener gebrekkige ontwikkeling der bovenste ledematen in Verh. v.h.
Genoots. tb.d. Genees- en Heelk. te Amsterdam II (1855-1863) 137; Opmerkingen betreffende de ziekten der trommelholte in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1861, 609; Verdenking van Kindermoord. Strangulatie van het kind door zijn navelstreng (met Ali Cohen) ibid. 1861,353; Waarneming van een bekkengezwelmetdiastatisderbekkenbeenderen, ibid. 1863, 97; Voorloopige mededeeling over oorgeruisch bij otitis interna chronica, ibid. 1864, 37; Bijdrage tot deziekten van het middenoorin den kinderlijken leeftijd, ibid. 88; Klinische opmerkingen betrekkelijk de algemeene en bijzondere herkenningsleer der hersenziekten, ibid. 1865, II, 1; 1866, II, 123; Oververlamming van de aangezichtszenuwbij oorziekten (eene voorlezing gehouden in het Gezelschap van Gron. Geneeskundigen in Oct. 1873) ibid.
1874, II, 18; Verhandeling over het Catheterismus der Eustachiaansche buis in Nieuw Prakt. Tijds. v. Ali Cohen I, 65, 346.
Simon Thomas