NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Suerendonck, elias

betekenis & definitie

SUERENDONCK (Elias), geb. te Utrecht omstr. 1645, gest. te Dordrecht in 1681, zoon van Wilhelmus, die volgt, werd 18 Apr. 1662 te Leiden ingeschreven als stud. litt. en 21 Mrt. 1663 als stud. med., werd echter proponent onder de classis van Zuid-Beveland en onder het rectoraat van zijn broeder Petrus (die volgt) in 1667 aansteld tot conrector aan de latijnsche school te Goes. Reeds 2 Mei 1668 vertrok hij echter als predikant naar 's Heerenhoek, ondertrouwde te Goes 29 Apr. 1672 (getr. te's Heerenhoek) met Anna Trouwers van Middelburg, wed. van den waalschen predikant te Goes, Johannes Trelcatius;hij werd 17 Mei 1673 beroepen als predikant naar Nisse, vertrok in 1678 naar Oud-Beyerland en werd in 1679 predikant te Dordrecht, waar Petrus toen rector was.

Zie: Vrolikhert, Vliss. kerkhemel (ald. 1753) 356; Schotel, Kerkelijk Dordrecht II (Utr. 1845) 8-10; Römer in Nehalenniajaarboekje enz. 1 (Midd. 1849) 94 en NavorscherXXI (1871) 597-98.

[de Waard]

Suerendonck, Gerard

SUERENDONCK (Gerard) was in 1644 verbonden aan de latijnsche school te Rotterdam, waaraan Wilhelmus, die volgt, tot 1643 conrector was geweest en 1651-52 rectorwas. Hij verkreeg 28 Juni 1666 wegens hoogen ouderdom emeritaat. Gehuwd met Maria van Marel, is 2 Apr. 1652 van hem te Rotterdam een zoon Johannes S. gedoopt.

Zie: Kan, Gesch. van het Erasmiaansch Gymnasium (Rott. 1884) 35, 40, 43. de Waard

< >