NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Rosendael, amelis van

betekenis & definitie

ROSENDAEL (Amelis van), geb. te Gouda 14 Sept. 1557, overl. te 's Gravenhage 14 Juni 1620, was de zoon van Jan van Rosendael, burgemeester van Gouda, enAleyda Emels van Rijswijk. Hij studeerde aanvankelijk in Duitschland, en werd 18 Apr. 1577 als Amylius Rosenthal Hollandus aandeuniversiteit te Marburg als student ingeschreven. Vervolgens ging hij ter voltooiing zijner studiën naar de leidsche universiteit, waar hij 19 Mei 1580 onder den naam Aemilius

Roosendaelius Goudanus werd ingeschreven tegelijk met zijn broeder Jacob, die volgt, en 8 Sept. 1583 ter verkrijging van den doctoralen graad in de rechten Theses de Servitutibus Praediorum ad disputandum propositae verded i gde. Tereerez ijnerpromot i e verscheen van de hand van J oh. Esychi us een Ode dicolos tetrastrophos Leonhardo Voochdio etAemilio Rosendalio, doctoratus insignibus.... donatis, welke evenals de genoemde Theses op de leidsche universiteitsbibliotheek berust. In 1591 en volgende jaren was hij schepen zijner geboortestad. Bij de uitbreiding van het Hof van Holland met drie leden, werd hij 23 Dec. 1601 tot raadsheer daarin benoemd, tegelijk met Johan Buyes en Floris van Schoterbosch, Hij zetelde in dat college tot zijn dood. Bovendien was hij sinds 1600 hoogheemraad van Schieland.

Van Rosendael had naam als rechtsgeleerde. Zijn bloedverwant Floris van Schoonhoven, evenals hij uit Gouda geboortig, droeg hem zijn bundel Poemata antehac non edita (Lugd. Bat. 1613) op. Behalve de vereerende opdracht bevindt zich in dien bundel een hoogdravende ode aan van Rosendael.

In 1587 was hij geh. met Aleijda de Lange (geb. in 1551 en overl. in 1613), welke hem een dochter Margaretha schonk, 1605 geh. met Mr. Adriaan Cool. De historische handschriften, welke volgens sommigen van hem zouden bestaan, worden door Fruin (zie diens Verspreide Geschriften VII, 307) aan zijn vader toegeschreven. Hij werd met groote statie en in tegenwoordigheid van prins Maurits begraven, en rust in de Janskerk te Gouda, alwaar een grafsteen te zijner eere werd opgericht.

Zie: J. Caesar, Catalogus Studiosorum scholae Marpurgensis III, 21; Geneal. en Heraldische Bladen I (1906) 348 vlgg.; Diarium Ev. Bronchorstii 155, waar hij Rosenthall genoemd wordt.

van Kuyk

< >