ROOY (Evert Willem de), zoon van Willem de RooyenGerardina Voorthuys, geb. te Zwolle 3 Juni 1816, gest. te 's Gravenhage 9 Maart 1866. Hij genoot te Arnhem lager en gymnasiaal onderwijs, maar trad, voordat hij deze studiën beëindigd had, in militairen dienst; toen hij daarin minder goed slaagde, vroeg hij ontslag en werd hij benoemd tot ambtenaar bij het bureau der hypotheken, kort daarna als zoodanig bij 's Rijks Entrepôt te Amsterdam. Vandaar ging hij onder den minister van Bosse over als adjunctcommies naar het ministerie van financiën, waar hij later tot commies werd bevorderd. Hij wijdde al zijn vrijen tijd aan de studie der staathuishoudkunde en der handelsgeschiedenis. In beide gaf hij een boek uit, dat werd gewaardeerd. Het eerste was de Geschiedenis der staathuishoudkunde in Europa, van de vroegste tijden tot heden (Amsterdam, 1851,1852, 2 dln.), dat wel verouderd is, maar in den tijd van zijn verschijnen niet ongunstig werd ontvangen. Van meerwaarde is ook thans nog de Rooy's Geschiedenis van den Nederlandschen handel (Amst. 1854, 2 st.), waarin heel wat materiaal is verzameld, al is het niet volledig verwerkt en al laat de compositie van het boek veel te wenschen over.
Zie: Wijnmalen in Levensb. Letterk., 1869, 183. vlg.
Brugmans