NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Riemsdijk, jeremias van

betekenis & definitie

RIEMSDIJK (Jeremias van), geb. te Utrecht, 18 Oct. 1712, als zoon van Scipio van Riemsdijk, predikantte Bunnik, en van Johanna Bogaert, overl. te Batavia, 3 Oct. 1777, vertrok 25 Febr. 1735 met de ‘Proostwijk’ naar Indië als sergeant in dienst van de Comp., kwam 24 Sept. van dat jaar te Batavia aan, waar hij zijn geheele verdere leven, nog ruim 42 jaar, gevestigd bleef. Al spoedig ging hij in civielen dienst over als onderkoopman (1736), doorliep verder de gewone rangen, werd in Oct. 1753 raad extra-ordinair, waarnaast hij regent van de hospitalen en president van weesmeesteren was, werd 15 Oct. 1760 raad ordinair en 17 Aug. 1764 directeur-generaal.

< >