NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Reinald i, graaf van gelre en zutphen

betekenis & definitie

REINALD I, graaf van Gelre en Zutphen, zoon van Otto II (kol. 1039), wien hij bij diens dood (1271) opvolgde, overl. 1326. Door zijn huwelijk met de erfdochter

van het hertogdom Limburg geraakte hij na haar overlijden gewikkeld in den opvolgingsoorlog, welke vijfjaar duurde en eindigde met de overwinning van zijn tegenstander, hertog Jan I van Brabant, bij Woeringen (5 Juni 1288), in welken slag Reinald gevangen genomen werd. Na den dood van keizer Rudolf van Habsburg (1291), wiens partij hij toegedaan

was, viel de keuze op hem, doch hij bedankte en Adolf van Nassau verkreeg de kroon; bij een nieuwe keizerskeuze in 1313 hielp hij mede aan de benoeming van Frederik van Oostenrijk, die hem in 1317 tot rijksvorst verhief. Een twist met zijn oudsten zoon Reinald maakte, dat deze hem in 1318 op het slot Montfort (dat Reinald I van zijn oom Hendrik, den bisschop van Luik, beërfd had) gevangen zette, waar hij, reeds te voren ziekelijk, meer en meer tot zwakheid van geest verviel en op 9 Oct. 1326 overl.; hij werd te 's Gravendaal begraven.

Hij huwde ten 1o. vóór 1274 Ermengard, erfdochter van hertog Walraven

van Limburg; zij stierf kinderloos eind 1282 of begin 1283; 2o. op het kasteel van Namen3 Juli 1286 Margareta, dochter van graafGuy van Vlaanderen en weduwe van Alexander, zoon van koning Alexander III van Schotland. Zij stichtte het Predikheerenklooster te Zutphen, overl. 1331, werd bij haar man begraven en liet na: Reinald II, zijns vaders leenvolger; Margareta, huwde 1305 Dirk VIII, graaf van Kleef; Elisabet ofIsabella enPhilippa, beide nonnen in het St. Claraklooster te Keulen.

Zie: v. Spa en, Inl. tot de hist. v. Geld. II, 229, en de oorkonden bij Slo et, Bondam 4e afd. en Nijhoff, Gedenkw. I. Over den limburgschen successie-oorlog: J.v.

Heelu, Rijmkroniek, uitg. J.F. Willems (Bruss. 1836); A. Wauters, Le duc Jean I (Brux. 1862) en de bij P. Gouda Quint, Bibliogr. v. Geld. 14 aangehaalde werken, waarbij te voegen zijn: Weyden, Die Schlacht bei Worringen (Köln 1864) en G. Köhler, Entwicklung des Kriegswesens in der RitterzeitII (Bresl. 1886).

Obreen

< >