NAERANUS (Johannes) (1), overleden te Rotterdam in 1669 of 1670, verwand aan de onderscheidene remonstrantsche predikanten van dien naam, vestigde zich volgens Ledeboer in of omstreeks 1634 te Rotterdam als boekhandelaar, en werd als handelsman al heel spoedig een middelpunt van waar uit remonstrantsche geschriften en verweerschriften verspreid werden. Voor een deel was dit zeker te danken aan de welwillende houding door de regeering van Rotterdam tegenover deze godsdienstige en politieke beweging ingenomen, andersdeels aan Naeranus' familierelaties en zijn handelszin.
In 1639 dreef hij zijn zaak aan de Koornmarkt in de Boekbinder, in 1644 op het Steiger, in een perceel zeer waarschijnlijk behoorende tot de ‘twee helfte van de gerechte helfte van een huys ende erve, staende op het Steyger’, onder administratie van de Leenkamer van Holland en waarmede hij verlijdwas (OctrooiregisterHolland 1675-1678 f°. 439 verso). De verhuizing naar het Steiger was blijkbaar het gevolg van het aanschaffen eener drukkerij; zijn uitgaven vóór dat jaar: Camphuysen, Stichtelijcke rymen (1639),
van Beaumont, Tijt-snipperingen (1640) zijn gedrukt door Ni colaes van Ravesteyn te Amsterdam; d i e, welke (voor zoover i k ze u i t e i gen aanschouw i ng ken) jonger dan 1644 zijn, door hem zelf. Onder de auteurs van anti-staatskerkelijke richting. wier geschriften hij uitgaf, zijn klinkende namen o.m.: Wtenbogaert's Kerkeliicke historie (1647); Roeland de Carpentier's editie van Bosch' Historie van hetleven en sterven van heerJohan van Olden-barnevelt (1648); Zwaerdecroon's vertaling van De ses comedien van Terentius (1648,1668); Geeraardt Brandt's Gedichten uitgegeven door N. B(orremans)(1649; facs. titel ten Brink, Geschied, dernederl. Letterkunde 464); Daniel Jonktys' De pyn-bank wedersproken en bematigt (1651) en Tooneel der jalouzyen (1666); de zeldzame eerste editie van De geest van Mattheus Gansneb Tengnagel in d'andere werelt (1652); het Kort begrip van Diogenes Laërtius door P(a schier) d(e) F(yne) (1655); Dullaart's vertaling van Tasso's Het verloste Jeruzalem (1658); een vertaling van Crespin's Historie der martelaren (1658), een aantal titels van Joachim Oudaen, den zoon van den ijverigen rijnsburgschen collegiant nl.: Zweedschen hoogmoed gebroken (1658), vertaling van Agrippa van Nettenheym, Van de onzeekerheyd ende ydelheyd der weetenschappen en konsten (1661), Voorschaduwing van het zegepralende riik Onzes Heeren (1666), Vryheit in staat en godsdienst (1666), Woestyn-strijd der verzoekinge (1666) en Op de brittannische vernedering (1667); Jac. Ostens vertaling van Fabritius van Aquapendente's Heelkonstige handwerkingen (1661). Ook als auteur trad hij naar het schijnt op.
Is zulks zeker ten opzichte van de Afgedrongen verantwoordinge tegens eenige onbillijke en vreemde proceduuren gehouden by de Kerken-raad der remonstranten tot Rotterdam van 1656 (Pamflet Knuttel nr. 7784) en De vrede en vrijheid van het vaderland hersteld van 1668 (Meulman nr. 4520; Knuttel nr. 9703), minder vaststaand is zulks ten opzichte van de volgende pamfletten, die alleen op zijn naam staan: Den vrolijken Democrytvan 1654 (Tiele nr. 4365); Noodige verantwoordinge voorden vrolijcken Democrytvan 1655 (Knuttel nr. 7697); hetdelftsche Schuyt-praatje van 1658 (Tiele nr. 4647); Ernstige brief van een borger van Leiden over de vreemde proceduuren bij den officier van Leiden tegen twee notabele borgers derzelverstad van 1664 (Tiele nr. 5196; Knuttel nr. 8980), terwijl het pamflet Knuttel nr. 9330: Den oprechten hollandsen bootgezel van 1666 toegeschreven wordt aan hem of ook wel aan Pieter de la Court. Zijn kerkelijk vrijzinnige richting, waartegen, natuurlijk te vergeefs de kerkeraad van de amsterdamsche ned. herv. Gem. 5 Juni 1659 te velde trok (Meinsma, Spinoza en zijn kring 194), zal, dunkt me niet vreemd geweest zijn aan de ernstige moeielijkheden hem aangedaan door zijn confrater gebuur Pieter van Waesberghe (overl. 8 Nov. 1661). 9 Maart 1648 werd aan hem en aan Naeranus octrooi voor 15 jaar verleend door de Staten van Holland en West-Friesland op een editie van Terentius door Zwaerdecroon, alsmede op de nederlandsche vertaling daarvan, blijkbaar de uitgaaf die in dat jaar bij Naeranus alleen verscheen, maar reeds een paar dagen na deze octrooiverleening kwamen er verwikkelingen met van Waesberghe. Op diens aangifte werd 12 Maart 1648 de Historie van Johan van Olden-barnevelt van Bosch, in 1651 het Openhetg discours (Tiele nr. 3915) en in 1654 Le gazophylace de la langue frangoise et flamende van Casparus van den Ende
in beslag genomen en voor zoover de eenzijdige voorstelling daarvan gegeven door Naeranus in het voorwerk van deze laatste uitgaaf een oordeel toelaat is de rechtsgrond van deze handelingen niet zonder bedenking, tenzij er staatkundige motieven in het spel waren (Ledeboer, Het geslacht van Waesberghe 2e uitg. (1869) 82 vlg.; Cat. Bibl. Boekhandel 1885, 18). Op 24 April 1666 diende hij bij de rotterdamsche regeering een rekwest in verzoekende geautoriseerd te worden tot de uitgifte van een halfwekelijksche courant, evenals zulks geschiedde te Haarlem en te Amsterdam: van de Rotterdamse Zee- en Posttijdingen, waarvan het eerste nummer waarschijnlijk verscheen 22 Mei 1666, zijn slechts enkele nummers uit dat jaar bekend, hoewel, en zulks niet geheel zonder grond, gezegd wordt, dat zijn opvolger Isaac Naeranus (2) de uitgifte van deze courant continueerde (Sautijn Kluit in Nederl. Spectator 25 April 1868 en in Meded. letterkunde 1877/78; Ledeboer, Alfab. lijst 123); in Aug. 1666 werd zijn blad nagedrukt door een Pieter Timmers zich noemende Pieter de Geest, boekdrukker te Amsterdam. Naast deze artikelen gaat een serie juridische geschriften die hij bezorgde: Consultatien, advysen en advetssementen (1e dr. 1644; dl.
V 1e dr. 1664) waarover hij een onaangename questie kreeg met J. Kolom te Amsterdam inzake onrechtmatige uitgifte van een derde vervolgdeel (van der Meulen, De boekenwereld 57); Sententien en gewezen zaken, van den Hoogen en Provincialen Raad van Holland, Zeeland en West- Vriesland (1662); Arn. Vinnius, Jurisprudentiae contractae (1663); en Dirk Graswinkel. Nasporinge van het recht van de opperste macht toekomende de.... Staten van Holland en Westvriesland (1667).
Na zijn overlijden werd 25 Sept. en 22 Oct. 1670 zijn voorraad boeken (fonds en magazijn) onder boekverkoopers en 22 Oct. 1670 zijn drukkerij geveild.
Zie, behalve de aangehaalde lit. nog: Ledeboer, De boekdrukkers 334; Kruseman, Aanteekeningen betr. den boekhandel 562.
Enschedé